id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
26860 | baggerhak | baggerhak: bagǝrhak (Meijel, ... ), haak: hǭk (Sevenum, ... ), hak: hak (Ospel) | Hak waarmee men het baggerslijk fijn- en kapotmaakt. Naast een hak gebruiken de boeren ook wel een hooivork, riek of mesthaak. [I, 103d; I, 103e] II-4 |