33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
beetstal:
bøtstal (Q071p Diepenbeek),
bęi̯tstal (Q076p Romershoven),
betenhoek:
bii̯ǝtǝnhok (K358p Beringen),
betenkot:
bii̯ǝtǝkǫt (P044p Zelem),
eethoek:
ē̜ ̞thuk (Q180p Mal),
groenplaats:
grø̄nplāts (L378p Stevensweert),
groenstal:
grȳnstãl (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
hakselkot:
hɛksǝlkǫt (K358p Beringen),
hoek:
hu ̞k (K314p Kwaadmechelen),
karotenstal:
karūǝtǝštāl (Q209p Teuven),
koestalvoerij:
kou̯štalvrii̯ (Q111q Ransdaal),
koevoerij:
kōvrī (Q099q Rothem),
koolraaphoek:
kǫlrāphōk (L331p Swalmen),
krotenhoek:
krūǝtehōk (L266p Sevenum),
krotenstal:
krōatǝštal (Q111p Klimmen),
krōtǝstal (Q170p Grote-Spouwen),
krōtǝstāl (Q187a Heugem),
krūtǝštal (Q211p Bocholtz, ...
Q117a Waubach),
krūǝtǝštal (Q113a Welten),
krottenhoek:
krǫtǝhōk (L331p Swalmen),
opslag:
ǫpslāx (L378p Stevensweert),
plaats waar het voer wordt gegooid:
plāts bu ǝt ˲vō ̝r wø̄rt gǝgui̯t (Q088p Lanaken),
pulpkot:
pø̜lǝpkǫt (P174p Velm),
stort:
stǫrt (L292p Heythuysen, ...
L377p Maasbracht),
voederhoek:
vo ̝i̯ǝrho ̝k (K318p Berverlo),
voi̯ǝrhok (K361a Boekt Heikant, ...
P055p Kermt,
P051p Lummen),
vu ̞i̯ǝrho ̞k (K357p Paal),
vui̯ǝrhuk (Q156p Borgloon, ...
P049p Donk,
P048p Halen,
K317p Leopoldsburg,
K278p Lommel,
P045p Meldert,
Q158p Riksingen,
P044p Zelem,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
vøi̯ǝruk (Q002b Kiewit),
vø̜i̯ǝrhu ̞k (K314p Kwaadmechelen),
vōi̯ǝrhok (L352p Hechtel),
vői̯ǝrhők (Q086p Eigenbilzen),
vői̯ǝrhűk (Q093p Rosmeer),
vǫi̯ǝrhok (K361a Boekt Heikant, ...
P055p Kermt),
vǫi̯ǝrhuk (P054p Spalbeek),
voederhuis:
vui̯ǝrhø̜̄s (P050p Herk-de-Stad),
vø̜i̯ǝrhø̜̄ǝs (Q002p Hasselt),
voederij:
[voederij] (P218p Borlo, ...
P222p Opheers,
P174p Velm),
voederkot:
vui̯ǝrkot (K318p Berverlo),
vui̯ǝrkǫt (P178p Brustem, ...
P048p Halen,
P176p Sint-Truiden,
K353p Tessenderlo),
vōi̯ǝrkǫt (P050p Herk-de-Stad),
voederstal:
vui̯ǝrstal (Q156p Borgloon, ...
P050p Herk-de-Stad,
Q077p Hoeselt,
Q162p Tongeren,
Q080p Vliermaal),
vūi̯ǝrstal (Q158p Riksingen),
voerbak:
vōrbak (Q198b Oost-Maarland, ...
Q097p Ulestraten),
voerden:
vōrden (L318b Tungelroy),
voerderij:
[voerderij] (L329p Roermond, ...
L318b Tungelroy),
voergang:
voergang (L289b Leuken, ...
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
voerhaard:
vūrhē̜ ̞rt (L286p Hamont),
voerhoek:
vorhuk (L215p Blitterswijck),
vurhuk (L282p Achel, ...
L215p Blitterswijck,
L164p Gennep,
L159a Middelaar,
L163a Milsbeek,
P222p Opheers,
L163p Ottersum),
vuǝrhuk (L312p Neerpelt),
vøǝrhuk (Q178p Val-Meer),
vīrhuk (Q170p Grote-Spouwen),
vōrhok (L316p Kaulille),
vōrhōk (L269p Blerick, ...
L317p Bocholt,
L320a Ell,
L322p Haelen,
L291p Helden,
L330p Herten,
L292p Heythuysen,
Q039p Hoensbroek,
L422p Lanklaar,
Q009p Maasmechelen,
L294p Neer,
L321p Neeritter,
L416p Opglabbeek,
Q095a Oud-Caberg,
L290p Panningen,
L420p Rotem,
L266p Sevenum,
L318b Tungelroy,
L271p Venlo,
L368b Waterloos),
vōrōk (Q012p Rekem),
vōǝrōk (L420p Rotem),
vūrhuk (Q072p Beverst),
vǫu̯ǝrhǫu̯k (L430p Einighausen),
voerhok:
vurhǫk (L312p Neerpelt, ...
P222p Opheers,
L244d Ysselsteyn),
vōrhǫk (L327p Beegden, ...
L360p Bree,
L372p Maaseik,
Q204a Mechelen,
Q022p Munstergeleen,
Q098p Schimmert,
Q031p Spaubeek,
L432p Susteren,
Q097p Ulestraten,
L268p Velden),
vǫu̯ǝrhǫk (Q020p Sittard),
voerhuis:
[voerhuis] (L372a Aldeneik, ...
L360p Bree,
L290a Egchel,
L320a Ell,
L426z Holtum,
L269a Hout-Blerick,
L211p Leunen,
L265p Meijel,
Q096c Neerharen,
L329p Roermond),
voerij:
[voerij] (Q007p Eisden, ...
Q202p Eys,
L326p Grathem,
Q203b Ingber,
Q111p Klimmen,
Q204a Mechelen,
L382p Montfort,
Q098p Schimmert,
Q015p Stein,
Q162p Tongeren,
L289p Weert),
voerik:
vurek (L312p Neerpelt, ...
L314p Overpelt),
voeropslag:
vōrǫpšlāx (L330p Herten),
voerplaats:
vōrplāts (L371p Ophoven),
vōrplātš (L429p Guttecoven),
voerruimte:
vōrrym(d)jǝ (L288a Ospel),
voerstal:
vȳrstal (Q177p Millen),
vōrstal (L269a Hout-Blerick),
vōrštal (Q035p Brunssum),
voorraad:
voorraad (L426z Holtum),
voorraadplaats:
voorraadplaats (L426z Holtum),
voorstal:
vørstal (K278p Lommel),
vø̄rštal (L295p Baarlo, ...
L270p Tegelen),
voorvoerij:
vø̄rvrii̯ (Q032a Puth)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|