28445 |
bijenvolk |
bij:
bej (Q113p Heerlen, ...
L246p Horst,
Q009p Maasmechelen,
Q253p Montzen,
L271p Venlo,
L210p Venray),
bi (L282p Achel, ...
L333p Asenray / Maalbroek,
Q019p Beek,
L294p Neer,
Q020p Sittard,
Q015p Stein),
bi-j (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L372p Maaseik,
Q197p Noorbeek,
Q197a Terlinden,
L318b Tungelroy),
bij (Q003p Genk),
bęj (L244d Ysselsteyn),
bijen:
bejǝ (Q113p Heerlen),
bijennest:
bijennest (Q002p Hasselt),
biǝnęst (P176p Sint-Truiden),
bę̄ǝnęst (P107a Rummen),
bijenvolk:
bejǝvǫlk (Q113p Heerlen, ...
L210p Venray,
L215a Wellerlooi),
bi-jǝvǫlk (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L428p Born,
L384p Herkenbosch,
L381b Peij),
biǝnvǫlk (L416p Opglabbeek),
stok:
stok (K278p Lommel),
volk:
volk (K317a Kerkhoven, ...
L329p Roermond),
vǫlk (Q019p Beek, ...
L371a Geistingen,
L330p Herten,
L265p Meijel,
K353p Tessenderlo,
L374p Thorn),
vǫlǝk (P120p Alken, ...
Q071p Diepenbeek,
L414p Houthalen,
Q177p Millen,
L289p Weert,
P177p Zepperen),
vǫwk (L421p Dilsen)
|
Bijenkolonie of bijenstaat. Een bij, zowel de koningin als de werkbij als de dar, leeft uitsluitend in en voor een gemeenschap, ook wel het bijenvolk genoemd. Het aantal volwassen bijen dat een volk uitmaakt, schommelt tussen 20.000 en 80.000. Hierbij zijn de jonge bijen niet inbegrepen. [N 63, 29e; Ge 37, 6; monogr.]
II-6
|