31413 |
boortafel |
bed:
bęt (Q108p Wijnandsrade),
boordis:
bōrdøš (Q121p Kerkrade),
boorplaat:
bǭrplāt (Q111p Klimmen),
boortafel:
buǝrtǫfǝl (Q083p Bilzen),
bōrtǫfǝl (L159a Middelaar),
bōrtǭfǝl (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
bū.rtǭfǝl (L289p Weert),
bǭrtǫfǝl (L165p Heijen, ...
L217p Meerlo,
L192a Siebengewald),
bǭrtǭfǝl (Q086p Eigenbilzen, ...
L330p Herten,
Q095p Maastricht,
L299p Reuver,
Q116p Simpelveld,
Q112z Ten Esschen,
Q005p Zutendaal),
dis:
døš (Q121b Spekholzerheide),
kussen:
kø̜sǝ (L331p Swalmen),
plateau:
platō (K353p Tessenderlo),
plātō (Q099q Rothem),
slede:
slęj (L213p Well),
tafel:
tōfǝl (P047p Loksbergen),
tǫafǝl (Q113p Heerlen),
tǫfǝl (Q083p Bilzen, ...
L159a Middelaar,
L216a Oostrum),
tǭfǝl (L321p Neeritter),
tafeltje:
tø̜fǝlkǝ (P219p Jeuk),
voet:
vut (P176b Bevingen)
|
Het vaak in hoogte verstelbare deel van de tafel- of kolomboormachine waarop het werkstuk wordt vastgezet. In het werkblad van de boortafel zijn daartoe verschuifbare beugels aangebracht waarmee het te bewerken voorwerp kan worden vastgeklemd. [N 33, 124]
II-11
|