e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bostelsproeier croix écossaise: croix écossaise (Maastricht), kruis: kryts (Horn), nasproeier: nǭsprujǝr (Stramproy), overschwänzer: ø̄vǝršwɛnsǝr (Schinnen), pismannetje: pesmɛnke (Neer), schots kruis: schots kruis (Maastricht), šǫts kryts (Horn), šǫts krȳs (Maastricht, ... ), sproeier: sprujǝr (Alken, ... ), špruǝr (Sittard), watersproeier: watersproeier (Arcen), waterspuit: wętǝrspø̄t (Kerkom), zwemplank: žwø̜mplāŋk (Schinnen) Het werktuig waarmee de niet opgeloste bestanddelen in de beslagkuip worden afgespoeld. Voor het besproeien van de bostel worden verschillende apparaten gebruikt. Zo kent men een "watersproeier" (L 250), "nasproeier" (L 318), "sproeier" (L 318, Q 20) of "waterspuit" (P 180). In Q 32 gebruikt men een "zwemplank", een houten schijf met gaatjes en een enigszins opstaande rand, welke boven de beslagkuip wordt aangebracht. Hierop wordt water gegoten dat zo regelmatig verspreid wordt. Alom gebruikt is echter tegenwoordig het "schots kruis" (L 325, Q 95) of "kruis" (L 325), een sproeitoestel bestaande uit een hydraulisch werktuig dat om een as draait, waaraan twee of vier armen zitten waarin een groot aantal gaatjes is aangebracht. Zie afb. 8. Zie ook het lemma ''nasproeien''. [N 35, 33; N 35, 34a; monogr.] II-2