27158 |
draaischijf |
draaischijf:
drējsxī̄f (L163p Ottersum),
drīǝnšīf (Q255p Kelmis),
drǭjsxajf (P176p Sint-Truiden),
drǭjsxī̄f (L163a Milsbeek),
drɛjšī̄f (L270p Tegelen),
schijf:
sxī̄f (L164p Gennep, ...
L163p Ottersum),
šī̄ǝf (L270p Tegelen),
schopschijf:
sxopsxī̄f (L164p Gennep),
sxø̜psxī̄f (L163p Ottersum),
trapschijf:
trapsxī̄f (L164p Gennep),
trapšīǝf (L270p Tegelen),
trekschijf:
trękšī̄ǝf (L270p Tegelen),
vormschijf:
vø̜rǝmsxī̄f (L210p Venray)
|
Het toestel waarop de draaier zijn produkten vormt. Men onderscheidt een toestel waarbij aan de onderzijde van de verticale as een vliegwiel is gemonteerd dat met behulp van de voeten in beweging wordt gebracht, de zogenaamde trapschijf, en een toestel dat met behulp van een lange houten boom en een soort krukas door een helper wordt aangedreven, de zogenaamde trekschijf. Zie ook afb. 3 en 4. [N 49, 24a; N 49, 24b; N 49, 24c; monogr.] || Schijf waarmee men de kipwagen keert en op een ander spoor zet. Eén man kan de wagen draaien. [monogr.] || Verplaatsbare metalen plaat waarop de steenwagens konden worden gedraaid. [monogr.]
II-4, II-8
|