22474 |
een list gebruiken |
achteromspelen:
o.a.
áchterumspee.le (K361p Zolder),
afleiden:
afleijen (K278p Lommel),
blikken:
blikke (Q091p Veldwezelt),
bluffen:
bluffe (Q188p Kanne),
alleen bij toppe
bluffe (Q193p Gronsveld),
broddelen:
brøͅdələ (P219p Jeuk),
brodden:
brodden (K360p Heusden, ...
K360p Heusden,
K359p Koersel,
K359p Koersel,
K359a Stal),
bruiden (Q001p Zonhoven),
door de heg jagen:
dur de heg jage (L217p Meerlo),
een kneepje gebruiken:
e kneepke gebri-jke (L417p As),
een trucje gebruiken:
e trukske gebri-jke (L417p As),
fiksen:
fiksen (L298a Kesseleik),
finten:
finten (L382p Montfort),
finten veil hebben:
fentə veͅil høͅbə (L432p Susteren),
foefelen:
foefele (Q086p Eigenbilzen),
foeffele (Q083p Bilzen),
fofələ (L417p As),
foufële (P227p Vorsen),
foetelen:
foe.tele (Q091p Veldwezelt),
foet`le (L317p Bocholt, ...
L316p Kaulille),
foetele (Q086p Eigenbilzen, ...
L320a Ell,
Q021p Geleen,
Q034p Merkelbeek,
Q098p Schimmert,
Q015p Stein,
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade,
L374p Thorn,
L210p Venray),
foetelen (Q086p Eigenbilzen, ...
L353p Eksel,
Q120p Heerlerbaan/Kaumer,
Q240p Lauw,
Q095p Maastricht,
L364p Meeuwen,
L371p Ophoven,
K357p Paal,
Q015p Stein),
foetëlë (Q077p Hoeselt),
foêtele (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
futələ (L417p As),
Bedriegen in t kaartspel.
foetelen (L417p As),
foppen:
foppe (Q003p Genk),
kloten:
kloeete (L289p Weert),
kruiven:
Vgl. Venray Wb., pag. 177: kroève, op slinkse wijze maat of afstand veranderen.
kroeve (L271p Venlo),
loeksen (<du.):
luksə (L300p Beesel),
lompen:
iem. loempe (foeffele?) (Q083p Bilzen),
luizen:
loeze (L369p Kinrooi),
pfuschen (du.):
foessje (Q121p Kerkrade),
slim (bn.):
sjlum (L386p Vlodrop),
troggelen:
truggele (P219p Jeuk),
truken:
TRUE (L353p Eksel),
trukke (Q096b Itteren),
truuke (L271p Venlo),
uitlokken:
oetlokke (Q201p Wijlre),
zeuren:
zeuren (L364p Meeuwen)
|
een list gebruiken bij het kaarten [finten] [N 112 (2006)] || Een list gebruiken bij het kaarten [finten]. [N 88 (1982)] || Tuischen, vertuischen. (Gebruikt men deze woorden en in welke beteekenis: ruilen, verkoopen, schacheren, kaartspelen, enz.?) [ZND 08 (1925)]
III-3-2
|