id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
18965 | foefelen | bedriegen: foefele (Zonhoven), cf. WNT III-3, kol. 4600 s.v. "foefelen"B.1. bedrieglijk te werk gaan fòffele (Zonhoven), een list gebruiken: foefele (Eigenbilzen), foeffele (Bilzen), fofələ (As), foufële (Vorsen), prutsen: foefelen (Meeuwen), vals spel: foeffele (Jeuk), vals spelen: foefelen (Koersel), foeffele (Jeuk), Als ge foefelt speel ich niet meer mee. fufələ (Niel-bij-St.-Truiden) III-1-4, III-3-2 |