24763 |
gaspeldoorn |
bruinheilige:
idiosyncr. cf. Heukels sv
broenhèlge (Q020p Sittard),
gaspeldoorn:
-
gaspeldeur (L267p Maasbree),
eigen spellingsysteem
gaspeldoorn (L267p Maasbree),
geen aparte naam
gaspeldoorn (Q103p Berg-en-Terblijt),
idem
gaspeldoorn (L271p Venlo),
idiosyncr.
gaspeldoorn (L269p Blerick),
zelfde
gaspeldoorn (L381p Echt/Gebroek),
hei:
eigen spelling
hei (L382p Montfort),
heidoorn:
heidoorn (P219p Jeuk),
WBD/WLD
héjdōērn (L417p As),
heksenhout:
idiosyncr.
heksehout (L374p Thorn),
WLD
heksenhoat (L300p Beesel),
heksenkruid:
hekse kroet (Q098p Schimmert),
judoorn:
WLD
judoorn (Q098p Schimmert, ...
Q015p Stein),
kattedoorn:
z. L.J. p. 32
kattedoo.ërṇ (Q001p Zonhoven),
prikhei:
WLD
prik hei (L382p Montfort),
sleen:
eigen spelling
sjleene (L386p Vlodrop),
steenhei:
steinhei (L318b Tungelroy),
vuurdoorn:
vië-dör (L216p Oirlo)
|
gaspeldoorn [DC 60a (1985)] || Gaspeldoorn (ulex europaeus 50 tot 150 cm hoge struik. Het is een sterk gedoornde en blijvend groene struik, de takken lopen in doorns uit; de bladeren zijn zeer smal en spits en tevens stekelig; de bloemen zijn meestal zacht behaard en geel of bruingee [N 92 (1982)]
III-4-3
|