19648 |
hark |
bladhark:
(bewegende, verende tanden voor het ruimen van blad).
bladhaerk (L210p Venray),
gritsel:
greesel (L289p Weert, ...
L289p Weert),
gretsəl (P176p Sint-Truiden),
griesel (L210p Venray),
grisəl (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L163b Ven-Zelderheide),
griëssel (L245a Castenray),
(stugge tanden voor het egaliseren van grond).
griesel (L210p Venray),
hark:
hark (L295p Baarlo),
harrek (Q095p Maastricht),
herk (L295p Baarlo, ...
L269p Blerick,
L269b Boekend,
L298p Kessel,
L267p Maasbree,
L266p Sevenum,
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
hàrək (Q095p Maastricht),
hɛ̄rk (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L163b Ven-Zelderheide),
(bewegende, verende tanden voor het ruimen van blad).
haerk (L210p Venray),
hooihark:
(hooi hark: vroeger van hoot voor het keren van het te drogen liggende gras of hooi).
höjhaerk (L210p Venray),
reek:
raek (L331b Boukoul, ...
Q027p Doenrade,
L381p Echt/Gebroek,
L320c Haler,
L328p Heel,
L328p Heel,
L433p Nieuwstadt,
L427p Obbicht,
L288a Ospel,
L387p Posterholt,
L387p Posterholt,
Q101p Valkenburg,
L386p Vlodrop),
raik (L383p Melick),
reak (Q118p Schaesberg, ...
Q117a Waubach),
reech (Q121d Haanrade),
reek (Q111p Klimmen, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q099p Meerssen),
reeëk (Q117a Waubach),
reich (Q211p Bocholtz),
reijjuk (Q208p Vijlen),
reék (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
reëg (Q121p Kerkrade),
reëk (L432a Koningsbosch),
rēēk (Q098p Schimmert),
rēēëk (Q117p Nieuwenhagen),
rēək (L424p Meeswijk),
rēͅk (L293p Roggel),
rieèk (Q032a Puth),
râêk (L328p Heel),
räëk (Q027p Doenrade),
rèch (Q121p Kerkrade, ...
Q121p Kerkrade),
rèèk (Q036p Nuth/Aalbeek),
rɛ̄k (K278p Lommel),
Note v.d. invuller: De landbouwerszoon die na een paar jaar (mislukt) uit Amerika terug kwam, wilde zijn vader toch overtuigen dat hij in Amerika andere dingen had meegemaakt, dan de simpele Limburgse boerderij te bieden had. \"Wat is dat ook alwaer voor een ding\"sprak hij wijzend naar een op de deel liggende hooi-hark.... Terwijl zijn vader hem verbaasd aankeek, trapte de zoon op het getande deel van de hark. De steel klapte naar boven en sloeg de jongeman hard tegen zijn voorhoofd.... \"Doe verrèkdje raek...\"was zijn reactie. (Jij verrekte hark).
raek (L377p Maasbracht),
rekseltje:
rɛksəlkən (K278p Lommel)
|
hark || hark, rijf || harkje || Hoe noemt u de hark? (rijf, griesel) [N 104 (2000)]
III-2-1
|