e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
houtopslagplaats bergplaats: bergplaats (Montfort), droogschop: drø̄.xšǫp (Kinrooi), houtbarak: hø̜̄t˱brak (Tessenderlo), houtlager: hōtslāgǝr (Eygelshoven), hǫwtlāgǝr (Geulle, ... ), houtloods: hǫwtlūǝts (Posterholt), houtschop: hōtsšǫp (Bleijerheide), hōtšǫp (Mechelen), hǫltšǫp (Tegelen), hǫwtsxǫp (Weert, ... ), hǫwtšǫp (Buchten, ... ), hǭltsxop (Ottersum), houtzolder: (h)ōt˲zǫldǝr (Bilzen), hø̜̄t˲zoldǝr (Tessenderlo), schop: sxǫp (Tessenderlo), šop (Doenrade, ... ), šǫp (Echt, ... ), schuil: šǫwǝl (Bilzen), stapelplaats: stapelplaats (Zonhoven), voorraadschop: vø̄rrǭtšǫp (Tegelen) De afdeling in een timmermans- of meubelmakersbedrijf waar het hout ligt opgeslagen. Het is vaak een gedeeltelijk open ruimte. Zo kan het hout met behulp van de wind worden gedroogd tot men een specifieke houtsoort nodig heeft voor een bepaalde constructie. Zie ook het lemma ɛhoutopslagplaatstɛ in de paragraaf over de vaktaal van de wagenmaker.' [N 55, 178b] || De opbergruimte voor het hout dat nodig is voor het vervaardigen van karren, wagens en wielen. Uit opmerkingen van de respondenten blijkt dat de houtopslagplaats meestal aan twee of drie kanten open was. Zo kon het hout met behulp van de wind worden gedroogd. Zie ook het lemma ɛhoutopslagplaatsɛ in het hoofdstuk over de vaktaal van de timmerman. In de wagenmakerij uit Echt (L 381) had men een speciale ruimte voor hout dat langzaam moest drogen. Men noemde dit de spekenkamer (spęjkǝkāmǝr).' [N G, 4a-b] II-12