e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hul falie: faalje (Obbicht), hemel?: hemel (Susteren), hul: hal (Maasbree), hul (Afferden, ... ), hūl (Well), hŭl (Eys, ... ), höl (Boorsem, ... ), hööl (Puth), hùl (Maasbracht), hül (Nederweert), öl (Lutterade), betekenis: dameskleren bij plechtige gelegenheden  höl (Herten (bij Roermond)), betekenis: kap van nonnen  hul (Weert), betekenis: mantel  hul (Weert), betekenis: muts als in 39c  höl (Tungelroy), betekenis: muts met sierfranje op de rug  höl (Ell), betekenis: sluiertje voor H. Communie en bij rouw  höll (Einighausen), betekenis: van de begiene  höl (Panningen), betekenis:nonnenkap  höl (Neeritter), Hoofdkap voor vrouwelijke religieuzen (vgl. nr. 045).  hul (Bleijerheide), Kap van een non.  höl (Maastricht), Kap van een vrouwelijke rel[igieuze].  hul (Kerkrade), Opm. betekenis meer: falie, voile.  höl (Gulpen), Opm. kort.  höl (Berg-en-Terblijt), Voile.  hul (Mechelen), Witte muts van kant, hol.  höl (Klimmen), Witte sluier van Communiemeisjes.  höll (Klimmen), zeldzaam  hul (Brunssum), hulmuts: hulmuts (Oirlo), betekenis: bosmuts  hølmøts (Hasselt), betekenis: muts met kleppen over de oren  hölmŭts (Herk-de-Stad), kap: kap (Amby, ... ), sluier: sjlööer (Simpelveld), voile (fr.): voal (Swalmen), voil (Heek), 0  vaol (Einighausen) (nonne)kap, sluier, hoed || hoofddoek, sluier || hul || hul (kap) [SGV (1914)] || hul (kap) [SGV (1914)] || hul, höl, hulmuts, in de betekenis van hoofddeksel; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || hul: bruidsluier || hul: omhulsel, inz. kap van een non || hul: rouwsluier || kapje van non, hul, neepjesmuts || nonnenkap || rouw- of bruidsluier [hul] III-1-3