e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huurcontract <omschr.> gepacht: gəpāgt (Overpelt), <omschr.> verhuurd met een termijn: verhuurd met nen termein van drij jaar  verhuurd met nen termein (Koersel), akkoord: ig hep en akkord van drei joor (Sint-Truiden), bail (fr.): ex han enen tos vör dri jor  ba` (Remersdaal), Van Dale (FN): bail, baux [baj, bo], 1. huur(contract), huurceel; -2. pacht(contract), pachtceel, -overeenkomst.  bail (Gelinden), vgl. Sint-Truiden Wb. (pag. 52): baj, huurceel.  ig həb ənə bāi van drei juar (Sint-Truiden), betalen voor drie jaar: ik heb betaald voor drie jaar (Kaulille), conditie: kondisə (Sint-Truiden), het woord huurceel wordt hier niet gebruikt  conditie (Stokrooie), contract: contract (Gelinden, ... ), ech heͅm ə koͅntrakt vøͅr drēͅi jōͅr (Hamont), ich hep e kontrak van drij joor (Ulbeek), ich hop ə koͅntrak van drei jouwer (Alken), ich həb ə contrac van drei joor (Sint-Truiden), ik heb een contrak van drei joar (Jeuk), iX həp ə koͅntrak van zeəvə juwər (Ulbeek), kontrakt (Heusden), geen andere benaming  contract (Beringen), ich heb ie contract van drij joar  kontract (Spalbeek), huishuur: ich hem nen hoewshuur van dreij jor  hoewshuur (Achel), huur: her (Bree), hīer (Genk), huur (Heusden), hy(3)̄r (Tessenderlo), ik hɛb en hyr van dri jəar (Overpelt), Iemes de heur opzègke Te heur zien staon Get in heur höbbe  heur (Maastricht), huurceel: eXɛm ən hy(3)̄rsiəl van drɛi jōͅr (Overpelt), heerseel (As, ... ), heursel (Bocholt), heérseel (Gruitrode), hēērsseil van ... (Bree), hy(3)̄rsəl (Hechtel), ich heb ein heercijl van drie jaor (Reppel), ich hem `n hierceel van drij jâor (Peer), ik heb ein heerstel van 3 jaar (Meeuwen), Ze mees den hèèrd nog sjòmmele  heersel (As, ... ), huurcontract: hierkontrakt (Peer), hy(3)̄rkoͅntrakt (Neerpelt), ik heb een huis van drie jaar  heurkontrakt (Molenbeersel), pacht: pacht (Gruitrode, ... ), paXt (Paal), bestaat niet veel in Genk  pacht (Genk), pachtverdrag: ich han ne pachtverdraaj va drij joor  pachtverdraaj (Lontzen), tuis: ich hab ennen tōas vor drè joeer (Wellen), ich heub ene toos vjeur drei joor (Zichen-Zussen-Bolder), ich hub `nnen tos van driej jaor (Mheer), taus (Stokkem), toa.s (Hasselt), toûs (Gronsveld), toͅs (Sint-Lambrechts-Herk), toͅws (Opgrimbie), eX han ene ba vör drie jor  tōs (Remersdaal), ich hub enen tous van dri-j jaor  tous (Mechelen-aan-de-Maas), mennen tóst ès dit jòòër óó.ët: mijn huurceel vervalt dit jaar  tóst (Zonhoven), vgl. Maastricht Wb. (pag. 431): tous, huur, pacht(termijn).  ich höb enen toūs van drei jaor (Maastricht), tuist: ig həm nən tost van drij joar (Zonhoven), iX heͅb eͅnnen tōst va vir jōir (Diepenbeek) het contract dat gesloten wordt wanneer een huis wordt verhuurd; hoe zegt men b.v. "ik heb een ...... van drie jaar"? [ZND 43 (1943)] || huurceel || huurcontract || overeenkomst tussen huurder en huurling III-2-1, III-3-1