e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijzen abscheulich (du.) vinden: afšø͂ͅ.i̯səlex˃ ve.ŋə (Eys), afschuwelijk vinden: afschuweluk vinden (Hoensbroek), angstigen: engstige (Maastricht), bibberen: bibərə (Loksbergen), der vanaf zijn: der van aaf zeen (Neer), get heel erg vinden: get hiel erreg vinde (Maastricht), griezelen: gri-jzele (As), grieselə (Oirsbeek), griezele (Amby, ... ), griezelen (Eksel, ... ), griezələ (Montfort, ... ), griezələn (Urmond), grijzelen (Vaals), grizələ (Meeuwen), grīēzele (Susteren), grijzen: grésə (Loksbergen), grillen: grille (Bree), groezelen: grōēzələ (Gennep), gruisen: gruisen (Born), gruwelen: gruwele (Stein), grŭŭwələ (Maastricht, ... ), grüwele (Wijlre), ⁄t groeweldje mich (Ell), cf. VD s.v. "grouwen  grouwelə (Doenrade), gruwen: grouwe (Weert), gruuwe (Venray), gruwe (Venray), grâuwe (Swalmen), ijzen: ijzen (Leopoldsburg, ... ), īēzə (Venlo), kotsen: kotse (Meijel), koud van worden: kaat van wérə (Kapel-in-t-Zand), ontzetten: ontsitte (Herten (bij Roermond)), rijeren: riejere (Roermond), rijzelen: riezele (Maastricht), rijzen: résə (Loksbergen), rillen: rillə (Kelpen), schaudern (du.): sjŏĕddərə (Heerlen), schroevelen: sjroevələ (Maastricht), schudden: sjudde (Vlodrop), schuivelen: sjoevele (Geleen), schuiveraaien krijgen: (= chaud-froid).  sjevraoje kriege (Caberg), schuiveren: schūvere (Venlo), sjoe:vere (Herten (bij Roermond)), sjoevere (Lutterade, ... ), sjoevere và (Gulpen), sjoevərə (Maastricht, ... ), sjōēvərə (Maastricht, ... ), sich ekeln (du.): zich eekele (Waubach), van zich schudden: van zich sjöddə (Beesel), verluisterd staan: verluisterd stao (Meijel), verschrikkelijk vinden: verschikkelijk viende (Oirlo), walgen: walgen (Ophoven), wàlləgə (Maastricht), walgen van: walge van (Reuver), zich dervan schudden: zich dərvan sjuddə (Kapel-in-t-Zand), zich rijzelen: ziech riezele (Maastricht), zich schroevelen: zich sjroevələ (Schinnen), zich schudden: zich sjudde (Tungelroy), zich sjöddə (Amstenrade, ... ), cf. WNT XIV kol. 1129 s.v. "schudden"B) onzijdig : van iemand die koorts heeft, die in grote angst verkeert etc, rillen, beven  zich sjöddə (Brunssum), zich schuiveren: zich sjoevere (Sittard) vervuld worden van afgrijzen, iets heel erg afschuwelijk vinden [ijzen, schruwen, grijzelen, grillen] [N 85 (1981)] III-1-4