25404 |
krabber |
bel:
bɛl (L269p Blerick, ...
L269b Boekend,
Q121p Kerkrade,
L163p Ottersum,
L290p Panningen,
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
bezem:
bęsǝm (Q080p Vliermaal),
blok:
blok (Q071p Diepenbeek),
bus:
bus (Q003a Oud-Waterschei),
bøs (L211p Leunen),
haak:
uwǫk (Q162p Tongeren),
hoorn:
hø̄ǝr (Q202p Eys),
hōrǝ (K278p Lommel),
hǫrǝn (P176p Sint-Truiden),
ǫwrǝ (P176p Sint-Truiden),
hoorntje:
hø̜ntšǝ (Q187a Heugem),
ijzer hoorntje:
īzǝr hø̜rkǝ (L426p Buchten),
ijzeren borstel:
izǝrǝ borstǝl (L366p Gruitrode),
klok:
klǫk (Q019p Beek, ...
Q103p Berg / Terblijt,
Q018p Geulle,
P050p Herk-de-Stad,
P057p Kuringen,
P177p Zepperen),
klos:
klǫs (Q095p Maastricht),
klots:
klots (Q198p Eijsden),
krabber:
krabber (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Domaniale]),
krabǝr (L414p Houthalen, ...
L211p Leunen,
L372p Maaseik,
Q096c Neerharen,
Q012p Rekem,
L423p Stokkem),
krɛbǝr (L291p Helden, ...
L330p Herten,
L292p Heythuysen,
L377p Maasbracht,
L265p Meijel,
L312p Neerpelt,
L290p Panningen,
L270p Tegelen),
krabbusscherper:
krabōsxɛrǝpǝr (P176p Sint-Truiden),
krabijzer:
krabīzǝr (L423p Stokkem),
kratser:
kratsǝr (L269p Blerick, ...
L271p Venlo),
krɛtsǝr (Q039p Hoensbroek, ...
Q095p Maastricht,
Q197p Noorbeek),
kretser:
krɛtsǝr (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale]
Q121c Bleijerheide,
Q000 Zie mijnen
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
metalen borstel:
mǝtǫlǝ bǫrstǝl (L416p Opglabbeek),
moel:
moel (P120p Alken),
pot:
pǫt (Q012p Rekem),
scheel van een moor:
sxējęl van nǝ mūwǝr (L413p Helchteren),
scheermes:
šē̜rmɛts (Q019p Beek),
schel:
sxɛl (L289p Weert),
šɛl (L426p Buchten, ...
Q203p Gulpen,
Q113p Heerlen,
Q039p Hoensbroek,
Q036p Nuth),
schouwdoos:
sxādūs (L413p Helchteren),
schrabber:
schrabber (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
šrabǝr (Q103p Berg / Terblijt, ...
L320a Ell,
Q198a Mesch,
L321p Neeritter,
L420p Rotem,
Q099q Rothem,
L318b Tungelroy),
šrɛbǝr (L320a Ell, ...
L330p Herten),
schrap:
šrab (Q202p Eys, ...
Q121p Kerkrade,
Q204a Mechelen),
šrap (Q072p Beverst, ...
Q121c Bleijerheide,
Q187a Heugem,
Q033p Oirsbeek),
schrapbus:
šrabys (Q020p Sittard),
šrabø̜s (Q099q Rothem, ...
L270p Tegelen),
schraphaak:
sxrabhowǝk (L312p Neerpelt),
schraphoorntje:
šrabhø̜rkǝ (Q113a Welten),
šraphø̜̄rkǝ (L331p Swalmen),
schrapijzer:
šrabīzǝr (L423p Stokkem),
šrapīzǝr (Q030p Schinveld),
schrapper:
šrabǝr (L423p Stokkem),
schrapstaal:
šrāpštǭl (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg),
schraptoot:
šraptut (L292p Heythuysen),
stalen borstel:
stalen borstel (Q071p Diepenbeek),
steenkretser:
štēkrɛtsǝr (Q121a Chevremont
[(Julia)]
, ... [Eisden]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Julia]),
stijve borstel:
stęjvǝ bǫžǝl (K318p Berverlo),
stęvǝ bosǝl (P046p Linkhout),
toot:
tut (L291p Helden, ...
L292p Heythuysen,
L316p Kaulille,
Q009p Maasmechelen,
L432p Susteren,
L318b Tungelroy),
trechter:
trɛ̄tǝr (Q180p Mal),
varkenschrabber:
vɛrkǝsšrabǝr (L321p Neeritter)
|
Een meestal kegelvormig metalen werktuig met scherpe onderrand waarmee men de geweekte varkensharen verwijdert. Aan de bovenkant van de krabber bevindt zich een haak waarmee men de na het krabben achtergebleven lange haren uittrekt of de nagels afrukt. Omdat men een krabber vaak zelf maakt of laat maken van restanten van ander, niet meer bruikbaar gereedschap (bv. het blad van een schoffel) komen allerlei vormen voor. Voor het mes waarmee men de geweekte ha-ren en opperhuid van het varken verwijdert zie men het lemma ''mes''. Zie afb. 6. [N 28, 28a; N 28, 36; monogr.] || Werktuig waarmee metaal vóór het solderen wordt schoongekrabd. Met name bij reparatiewerkzaamheden aan zink dient de oppervlakte van het materiaal eerst met behulp van een krabber te worden gereinigd omdat het soldeer op vuil en ingevreten zink niet vertint. Voor deze werkzaamheden wordt vaak een verfkrabber gebruikt. Zie ook afb. 191 en het lemma "verfkrabber" in Wld II.9, pag. 203. [N 33, 202; N 64, 15a] || Werktuig, bestaande uit een driehoekige plaat die loodrecht aan een steel is bevestigd. Met de krabber kunnen stenen en kolen bij elkaar geschraapt worden om op deze wijze het scheppen te vergemakkelijken. [N 95, 760 add.; monogr.]
II-1, II-11, II-5
|