id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
26240 | kruiswerk | kruis: kruis (Wessem), krȳs (Neeritter, ... ), kruiswerk: kruiswerk (Paal), krø̜.jswɛrǝk (Rutten, ... ), krōǝswęrǝk (Lummen), krǭswɛrǝk (Lauw), raam: rām (Voerendaal), spiegel: spēgǝl (Ell, ... ) | De vier armen van een viertakrijn. [Coe 101] || Het geheel van de vier kruisarmen in het aswiel. [N O, 11e; N O, 11d] II-3 |