e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichten (de molen) fijner zetten: fe̜jnǝr zɛtǝ (Kortessem, ... ), (de molen) grover zetten: grōvǝr zɛtǝ (Kortessem), (de molen) losser zetten: lǫsǝr zɛtǝ (Beverst, ... ), (de molen) vaster zetten: vastǝr zɛtǝ (Beverst, ... ), (de steen) aflichten: āflixtǝ (Stokrooie), (de steen) hogen: hygǝ (Berbroek, ... ), (de steen) laten zakken: lø̜tǝ zakǝ (Bilzen, ... ), (de steen) lichten: lixtǝ(n) (Alt-Hoeselt, ... ), løxtǝ (Rothem), (de steen) opdraaien: op˱drɛǝn (Bilzen, ... ), (de steen) oplichten: ǫplixtǝ (Winksele), (de steen) opschroeven: ǫpsxruvǝ (Kuringen), (de steen) trekken: trɛkǝn (Diepenbeek), (de steen) uitereen zetten: ǫǝtǝrēn zɛtǝ (Everberg, ... ), (de steen) vaneenaf draaien: vānēnōf˱ drɛǝn (Bilzen), (de steen) vaneenaf zetten: vānēnǭf ˲zɛtǝ (Hoeselt), (de stenen) losser zetten: lǫsǝr zętǝ (As, ... ), (de stenen) vaster zetten: dǝ ste̜j.n vastǝr ze̜tǝ (As, ... ), aandraaien: ǭǝndrɛǝ (Hoeselt), afdraaien: ǭf˲drɛǝn (Bilzen, ... ), aflagen: ǭfle̜jgǝn (Bilzen), aflichten: aflextǝ (Peer), afschuiven: āfsxø̜jvǝ (Kuringen), bijhouden: bejhǭjǝ (Weert), be̜jhaldǝ (Leunen), be̜jhāwǝ (Meijel, ... ), be̜ǝhāgǝ (Stokrooie), bihājǝ (Herten), bihǭjǝ (Neeritter, ... ), bijhǭjǝ (Maxet), bē̜hęjǝvǝ (Tessenderlo), bīhawǝ (Aldeneik, ... ), bijlichten: bilextǝ (Molenbeersel), bīlextǝ (Einighausen), daallaten: dɛllōǝtǝ (Vliermaalroot), de bovenste steen losser zetten: dǝ bø̄vǝstǝ stej.n Iǫsǝr ze̜tǝ (Maaseik), fijner malen: findǝr mālǝ (Rothem), heffen: heffen (Paal), hø̜fǝ (Lummen), lager zetten: lɛjgǝr [zetten] (Alken), laten vieren: lǭtǝ vē.rǝ (Ittervoort), laten zakken: loǝtǝ zakǝ (Herk-de-Stad), luǝtǝ zakǝ (Gutschoven, ... ), lō.tǝ zakǝ (Sluizen, ... ), lǭ.tǝ zakǝ (Kanne, ... ), lǭtǝ zakǝ (Ittervoort, ... ), lichten: lextǝ (As, ... ), lichten (Paal, ... ), lixtǝ (Kaulille, ... ), løxtǝ (Lanaken, ... ), lø̜xtǝ (Kessenich), līxtǝ (Gutschoven, ... ), lichter zetten: lixtǝr ze̜tǝ (Lauw), liften: løftǝ (Kanne, ... ), loslaten: lǫsle̜tǝ (Lauw), lossen: lǫsa (Berlingen), losser draaien: lǫsǝr drɛjǝ (Maastricht), losser zetten: lǫsǝr [zetten] (Berlingen, ... ), lǫsǝr zetǝ (Rutten), omhoogdraaien: ǫmhő̜wxdrɛǝ (Haren), ǫmuǝxdrē̜n (Sint-Truiden), omhoogzetten: ǫmhő̜wx˲ze̜tǝ (Alken), opdraaien: op˱drɛǝ (Kanne), opeendraaien: ǫp˱ēndrɛǝn (Hoeselt, ... ), opeenlaten: ǫpɛjnluǝtǝ (Haren), opeenzetten: ǫp˱ēnzɛtǝ (Hoeselt, ... ), opendraaien: ōpǝdrɛjǝ (Sittard), openzetten: ǭǝpǝze̜tǝ (Broekom), opheffen: ǫphe̜fǝ (Tongeren), ophogen: ǫphygǝ (Bilzen), oplichten: ǫplextǝ (As, ... ), opschroeven: ǫpšrǫwvǝ (Kanne, ... ), optrekken: ǫptrekǝ (Maaseik), regelen: rē.gǝlǝ (Sluizen), sluiten: slawtǝ (Alt-Hoeselt, ... ), toedraaien: tudrɛjǝ (Sittard), uitlichten: utlextǝ (Molenbeersel), utlixtǝ (Tongeren), utløxtǝ (Maastricht), ȳ̄tlextǝ (Aldeneik, ... ), øtjlēxtǝ (Meijel), ø̜̜tlextǝ (Tessenderlo), ūtlextǝ (Einighausen, ... ), űtlextǝ (Neeroeteren, ... ), vaster draaien: vastǝr drɛjǝ (Maastricht), vaster opeen leggen: vāstǝr ǫpin le̜gǝ (Kermt), vaster sluiten: vasǝr slǫwtǝ (Lauw), vaster zetten: va.zǝr [zetten] (Berlingen, ... ), vastǝr [zetten] (Broekom, ... ), vastǝr ze̜tǝ (Kanne, ... ), vastǝr zɛ̜tǝ (Lummen), vāstǝr [zetten] (Berlingen), vāzǝr [zetten] (Sint-Lambrechts-Herk), vastzetten: vas˲ze̜tǝ (Maastricht), wippen: wepǝ (Maastricht), zakken: zakken (Lummen, ... ), zakǝ (Heks, ... ), zakǝn (Berbroek, ... ) De molenstenen met behulp van de licht dichter bij elkaar of verder van elkaar brengen. Van een aantal opgaven is het onduidelijk of ze intransitief gebruikt worden dan wel een bepaalde term tot object hebben. Voor zover door de respondenten opgegeven, is in het woordtype het object tussen ronde haken vermeld. Het lemma is onderverdeeld in drie groepen. Het materiaal dat onder a) bijeen is geplaatst, bevat algemene benamingen voor lichten. In b) en c) zijn specifieke benamingen voor respectievelijk het verder uit elkaar brengen en het dichter bijeenbrengen van de molenstenen geplaatst. [N O, 23n; N O, 23o; Vds 107; Vds 108; Jan 140; Jan 149; Jan 150; Coe 121; Coe 122; Coe 123; Grof 143; Grof 144] II-3