e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nevelslinnen mutsje met plooienrand en kinbanden begijnenmutsje: bəgeͅinəmŋtskə (Riksingen), kanten kapje: kantə keͅpkə (Herk-de-Stad), kapje: kepke (Mal), kepkə (Vliermaal), kèpke (Schimmert), kɛpkə (Opheers), kapje voor te knopen: kepke vur te knuppen (Eksel), koof: kuwəf (Halen), koofje: kuəf(kə) (Kwaadmechelen), kornetje (<fr.) bet kant: korneͅkə bə kant (Opheers), met: meͅt (Boekt/Heikant, ... ), cf. N25,031a / 032h / 033a / 034 / 035 / 039b  mɛt (Lummen), metje: meͅtəkə (Beringen), moeder: mūdər (Borgloon), muts met een vallinkje: møts me ə valeͅŋskə (Lommel), neepjesmuts: neepkusmöts (Neeritter), neveldoeksen muts: [sic]  nebeldooksemuts (Horst), nevelkapje: nevelkepke (Rummen (WBD)), nevəlkeͅpkə (Kermt), nèvelkepke (Neerpelt), nevellapje: nēvəlapkə (Leopoldsburg), nevelskap: nevelskap (Grathem), nevelskapje: neevelskepke (Herten (bij Roermond)), neevelskëpke (Sittard), nevelskepke (Roermond), nevelskepken (Roermond), nevelskèpke (Munstergeleen), nēvelskepke (Borgharen), nievelskepke (Maastricht), nievelskèpke (Maastricht, ... ), nieëvelskepke (Klimmen), nīvəlskeͅpkə (Bocholt, ... ), Komt in de betekenis vrouwenmuts in veel Limb. en Rijnl. dialecten voor; Rh. Wtb. vermeldt ook de vorm Ivelskap(pe). Zie ook afb. p. 195.  nevelskepke (Roermond), Verg. het tegenwoordig gaas. In Schuermans idioticon: jevelskap eenvoudige bonte vrouwenmuts, waarbij aansluit de oude stofnaam ijffel. De L.V. Beelden te Kleef droegen yffelskleidern. Verg. Lat. enfulae sluier, hoofdversiersel).  neevelskepke (Valkenburg), Vero.  nevelskepke (Roermond), Zie ook afb. p. 281. nievelskepke = Rijnl. Nivelskap(pe): einfaches, weisses Mützchen eng anschliessend, ook Ivelskap(pe) (Rh.Wtb.). Sch. vermeldt als Limb. nevelskap kinderslaapmuts en als Ma. (!) jevelskap eenvoudige, bonte vrouwenmuts.  ievelskepke (Maastricht), nievelskepke (Maastricht), nevelslip: nieͅvəlslyp (Zichen-Zussen-Bolder), [sic]  nieͅvəlslyp (Val-Meer), pakket bet wafeltjes: +/- pekej [pakket?] met wafeltjes. [sic]  pəkeͅj be wēͅfəlkəs (Diepenbeek), plooienmutsje: plūjəmøͅtskə (Rotem), plyjəmeͅtskə (Opglabbeek), slaapmet: sloͅpmeͅt (Hasselt), Ook in de dag opgezet.  sluōəpmeͅt (Boekt/Heikant), slaapmuts: slaopmuts (Kerensheide), slowəpmuts (Tongeren), slowəpmøͅts (Tongeren), slōpmots (Kermt), slōpmuts (Borlo, ... ), slōͅpmøts (Lommel), sloͅpməts (Bree), sluoͅpmuts (Hoeselt), tuitenmutsje: tutəmeͅtskə (Eigenbilzen) [nievelskepke*] en [ievelskepke*]: ouderwetse vrouwenmuts, neepjeskapje, -muts || a) kinderslaapmuts || b) neepjesmuts || mutsje, nevelslinnen ~ met een plooienrand en kinbanden {afb} [nevelskepke, - kap, ievelskepke] [N 25 (1964)] || vrouwenmutsje met geplooide rand || vrouwenmutsje van nevelslinnen, nebulo linea, een zeer fijn linnen of gaasdoek. III-1-3