29100 |
niet glad hangen |
blazen:
men zegt van een colbert: diǝn bluǫst (K361p Zolder),
bolderen:
bøldǝrǝ (L330p Herten),
flodderen:
flodǝrǝ (L381p Echt),
lemmelen:
lęmǝlǝ (Q111q Ransdaal),
lobberen:
løbǝrǝ (L428p Born, ...
Q003p Genk),
omkrullen:
emkrǫlǝ (Q083p Bilzen),
optrekken:
optrɛkǝ (K361p Zolder),
rimpelen:
rempǝlǝ (K361p Zolder),
slobberen:
šlobǝrǝ (Q021p Geleen),
stijpen:
štipǝ (Q121c Bleijerheide),
te fel optrekken:
tǝ fęl ǫptrękǝ (Q083p Bilzen),
te klein staan:
men zegt van de voering: ǝt vūr stēt tǝ klēn (Q083p Bilzen),
trekken:
trękǝ (K361p Zolder),
van onder slingeren:
van onder slingeren (L271p Venlo)
|
Het niet glad afhangen van het colbert onder in de ronding. [N 59, 96; N 59, 104]
II-7
|