31316 |
onderlegplaat |
doorslagijzer:
dǫwrslax˱ęjzǝr (P176b Bevingen),
matrijs:
matrīts (Q121b Spekholzerheide),
nagelblok:
nǫalblǫk (Q108p Wijnandsrade),
nagelijzer:
nǭgǝlē̜zǝr (K353p Tessenderlo),
onderlegblok:
oŋǝrlek˱blǫk (L299p Reuver),
onderlegger:
ōndǝrlęgǝr (L217p Meerlo),
oud ijzer:
ǭt˱ ē̜jǝzǝr (P047p Loksbergen),
ponsblok:
pons˱blǫk (Q111p Klimmen),
schijf:
šājf (Q083p Bilzen),
slaglood:
šlāxluǝt (Q121b Spekholzerheide),
snapblok:
šnap˱blok (L330p Herten),
stempelkussen:
stɛ̃mpǝlkøsǝ (L165p Heijen)
|
Blokje met gaten van verschillende grootte, dat onder de plaat gelegd wordt waarin met een doorslag gaten moeten worden geslagen. Zie ook afb. 54. De schijf (Q 83) was een ijzeren blok waarin verschillende gaten waren aangebracht. [N 33, 349]
II-11
|