e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ovenschop kolenschep: kø̜lǝšɛp (Stein), kolenschoep: kǭlǝsxop (Blerick), kolenschup: koalǝšø̜p (Bleijerheide, ... ), koǝlǝšø̜p (Gronsveld), kōlǝnšøp (Obbicht), kōlǝšøp (Rekem, ... ), kōlǝšø̜p (Helden, ... ), kūlǝsxøp (Maaseik), kǫlǝšøp (Heythuysen), kǭlǝsxøp (Ottersum), kǭlǝsxø̜p (Venlo), kǭlǝšøp (Schinveld, ... ), kǭlǝšø̜p (Tegelen), koolschoep: kōlsxop (Stokrooie), koolschup: kuǝlšup (Bilzen), kōlšɛp (Genk), ovenschup: ǭvǝšøp (Brunssum), schoep: xūp (Munsterbilzen), šōp (Bocholt, ... ), šūp (Meijel), schop: sxup (Zepperen), sxøp (Bevingen, ... ), sxø̜p (Blerick, ... ), šøp (Eys, ... ), šø̜p (Amstenrade, ... ), stookijzer: stookijzer (Brunssum), stookschup: štokšøp (Beek), štǭkšøp (Schinveld), troffel: trufǝl (Kwaadmechelen, ... ), trūfǝl (Neerpelt), troffelschup: trofǝlšø̜p (Ulestraten), tuit: tø̄t (Jabeek) Werktuig om kolen op het vuur te gooien. Dit is vooral een platte schop met randen. Briketten worden met de hand op het vuur gegooid, terwijl de kolen geschept worden met de schop. [N 29, 10; monogr.] II-1