26489 |
rijngat |
desselgat:
dɛsǝlgā.t (L417p As),
dil:
del (Q180p Mal),
huis:
hu.s (L289p Weert),
kot van de anker:
ku.t ˲van dǝn aŋkǝr (Q181p Sluizen),
kotje:
ky.tšǝ (Q188p Kanne, ...
Q088p Lanaken,
Q162p Tongeren),
rijngat:
rī.ngā.t (L330p Herten, ...
Q095p Maastricht,
L368p Neeroeteren),
spilgat:
spelgāt (L316p Kaulille),
taatsgat:
tāts˲gat (L211p Leunen)
|
Het vierkante gat in het midden van de viertakrijn waar de kop van het staakijzer (bij watermolens) of de kleine spil (bij windmolens) in past. Zie ook afb. 80. [N O, 15f; Jan 124; Coe 102]
II-3
|