| 33468 |
ruimte onder de oversteek boven teruggebouwde schuurpoorten |
afdak:
af˱dak (P046p Linkhout),
af˱dǭk (P176p Sint-Truiden),
āf˱dāk (L374p Thorn),
bakkes:
bakǝs (Q086p Eigenbilzen),
hallebak:
halǝbak (Q007p Eisden),
hol:
hōǝl (L282p Achel),
inhoek:
enhōk (L270p Tegelen),
insprong:
insproŋ (K358p Beringen),
intrek:
ēntręk (L360p Bree),
luifel:
lø̜i̯fǝl (Q204a Mechelen),
schaap(s)stal:
šǫp(s)stal (Q071p Diepenbeek),
šǭp(s)stal (L372p Maaseik),
schaapsren:
šǭpsręn (L372p Maaseik),
schop:
šǫp (L432p Susteren),
schuildak:
šau̯ldǭk (Q177p Millen),
schuurportaal:
šȳrpǫrtǭl (Q178p Val-Meer, ...
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
uitsprong:
ø̜tspruŋ (K353p Tessenderlo),
ǭǝtsproŋk (Q080p Vliermaal),
wolfbak:
wǫlǝf˱bak (P055p Kermt),
wolfmuil:
wǫlǝfmūl (L326p Grathem),
wolfsbakkes:
wǫlǝfs˱bakǝs (L317p Bocholt, ...
K317p Leopoldsburg,
P045p Meldert,
L312p Neerpelt,
Q093p Rosmeer),
wolfsdak:
wǫlǝfs˱dak (K358p Beringen),
wolfsmuil:
wǫlǝfsmāu̯l (Q156p Borgloon)
|
Zie de toelichting bij het lemma "oversteek boven teruggebouwde schuurpoorten" (4.2.5). De ruimte wordt soms gezien als een deel van het erf. Zie ook afbeelding 22.e bij het lemma "terugwijkende dakrand" (4.2.1). [N 4A, 35a]
I-6
|