19900 |
scharnier |
geheng:
gǝheŋ (Q113p Heerlen, ...
L329p Roermond,
L271p Venlo),
gǝhęŋ (Q003p Genk, ...
L387p Posterholt),
gehengde:
gëhéngtë (Q162p Tongeren),
soms gebruikt
gëhéngdë (Q162p Tongeren),
gehengsel:
gǝhęŋsǝl (P057p Kuringen),
hengsel:
hęŋsǝl (L417p As, ...
P058p Stevoort),
lee:
lē (K353p Tessenderlo),
scharnier:
sxarnēr (L271p Venlo),
sxarnē̜r (L271p Venlo),
sxarnīr (P057p Kuringen, ...
L163p Ottersum),
sxárnīr (K353p Tessenderlo),
sxǝrnir (P050p Herk-de-Stad),
šarnēr (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q204a Mechelen,
Q121b Spekholzerheide),
šarnīr (Q162p Tongeren),
šǝrnē.r (L360p Bree, ...
L372p Maaseik,
L361p Tongerlo),
šǝrnēr (L330p Herten, ...
L387p Posterholt),
šǝrnīr (Q083p Bilzen, ...
Q003p Genk,
Q162p Tongeren,
Q075p Vliermaalroot)
|
Metalen toestel, bestaande uit twee delen die in elkaar grijpen en aan elkaar verbonden zijn door een pen waaromheen zij kunnen draaien. Scharnieren worden gebruikt voor alle delen van ramen en deuren die beweegbaar ten opzichte van elkaar moeten worden verbonden. Men onderscheidt ijzeren en koperen scharnieren; de laatste hebben meestal een ijzeren pen waarom zij draaien. [N 54, 78; monogr.] || scharnier aan poort of kan || Scharnier waarmee de hoogsels kantelbaar aan de sluisdeur zijn bevestigd. [Vds 55; Jan 51]
II-3, II-9, III-2-1
|