22573 |
schietschijf |
blazoen:
blaatsoen (L318b Tungelroy),
cible (fr.):
sibəl (L417p As),
sieb`l (L317p Bocholt),
siebel (Q071p Diepenbeek),
Fr. cible schijf, mikpunt.
cej.bel (Q002p Hasselt),
Hië raa.kde nóch gîe.ne sîe.bel óp en tîe.r (schietbaan). Fr. cible (schijf, mikpunt).
sîe.bel (K361p Zolder),
Mil.
si.jbəl (Q078p Wellen),
Van Fr. cible.
sīē.ëbel (Q001p Zonhoven),
schietschijf:
scheetschief (L271p Venlo),
shietshijf (Q086p Eigenbilzen),
sjeetsjief (L331p Swalmen),
sjeitsjief (Q020p Sittard),
Ss. sub schieten.
schīē.ëtschijf (Q001p Zonhoven),
Sub SCHIETEN.
sjeetsjief (L387p Posterholt),
schijf:
schief (L269p Blerick, ...
L269p Blerick),
schīēf (L267p Maasbree),
sjief (Q121p Kerkrade, ...
Q020p Sittard),
ps. invuller heeft niet het werkwoord, maar meervoudsvorm van doel (zelfst. nw.) ingevuld.
sjijf (Q104a Limmel)
|
*Siebel: Schietschijf, mikpunt. || Cible: Schietschijf. || De ronde plek die dient als middelpunt van een schietschijf [roos, gaudeaan]. [N 88 (1982)] || de smalle ruimte met schotten voor het boogschieten [doel] [N 112 (2006)] || De smalle ruimte met schotten voor het boogschieten [doel]. [N 88 (1982)] || doelen [SGV (1914)] || Schietschijf.
III-3-2
|