25893 |
schroefblok |
balkje:
bɛlkskǝ (Q196a Banholt),
blok:
blǫk (Q095p Maastricht, ...
Q013p Uikhoven),
blokje aan de schroevestang:
blø̜kskǝ an dǝ šruvǝstaŋ (Q247a Sint-Pieters-Voeren),
moeder:
modǝr (Q253p Montzen),
moer:
mōr (L381b Peij),
persijzer:
pę̄sīzǝr (Q018p Geulle),
schroef:
šruf (Q036p Nuth, ...
Q112z Tenessen),
schroefbankje:
sxruf˱bɛŋskǝ (L289p Weert),
schroefblok:
šrowf˱blok (L423p Stokkem),
šrufblok (L387p Posterholt),
spil:
spel (Q078p Wellen),
spindel:
spendǝl (L295p Baarlo)
|
Het blok waartussen de bodemstokken geklemd worden. Het bestaat uit twee tegenelkaar geschroefde balken, die in Sint-Truiden (P 176) klemmen (klɛmǝ) en in Tessenderlo (K 353) boombalken (bōmbalǝkǝn) worden genoemd. Zie ook afb. 281.' [N 40, 79] || Het vierkante metalen blokje rond de schroefdraad van de pers. Zie afb. 19. [N 57, 12b]
II-12, II-2
|