26547 |
steenkraan |
bunker:
bø̜ŋkǝr (L415p Opoeteren),
galg:
galǝx (L164p Gennep, ...
P184p Groot-Gelmen,
P057p Kuringen,
L211p Leunen,
P177a Ordingen,
P058p Stevoort),
grijper:
gręǝpǝr (Q077p Hoeselt),
halve maan:
halǝf muǝn (Q160p Bommershoven),
hefboom:
hø̜f˱bawm (L374p Thorn),
hɛf˱bǫwm (Q162p Tongeren),
hengst:
heŋs (Q181p Sluizen),
kraan:
kraan (L326p Grathem, ...
Q113p Heerlen,
Q039p Hoensbroek,
L432a Koningsbosch),
krā.n (Q088p Lanaken, ...
Q095p Maastricht),
krān (L372a Aldeneik, ...
L417p As,
L321a Ittervoort,
L316p Kaulille,
L370p Kessenich,
Q240p Lauw,
L372p Maaseik,
L292a Maxet,
Q204a Mechelen,
L265p Meijel,
L319p Molenbeersel,
L321p Neeritter,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
K357p Paal,
L318p Stramproy,
L432p Susteren,
L361p Tongerlo,
Q112p Voerendaal,
L289p Weert),
krǭ.n (Q240p Lauw, ...
Q095p Maastricht,
Q180p Mal,
Q241p Rutten,
Q162p Tongeren),
krǭn (P176p Sint-Truiden, ...
K353p Tessenderlo),
krǭǝn (P120p Alken, ...
Q077a Alt-Hoeselt,
P053p Berbroek,
P187p Berlingen,
Q083p Bilzen,
Q159p Broekom,
Q071p Diepenbeek,
P195p Gutschoven,
Q160a Haren,
Q164p Heks,
P050p Herk-de-Stad,
Q077p Hoeselt,
Q074p Kortessem,
P057p Kuringen,
P051p Lummen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P058p Stevoort,
P056p Stokrooie,
Q075p Vliermaalroot,
Q078p Wellen,
Q079a Wintershoven),
licht:
lex (L430p Einighausen),
lichtboom:
lext˱bǫwm (L289p Weert),
palantje:
pǝlãkǝ (P188p Hoepertingen),
scheer:
šēǝr (Q077p Hoeselt),
steenkraan:
steenkraan (L300p Beesel, ...
L289p Weert),
štēkrān (Q113p Heerlen),
štęjnkrān (L330p Herten, ...
Q099q Rothem)
|
Hefboominstallatie om molenstenen op te heffen en te verplaatsen. De steenkraan bestaat uit een verticale, draaibare stijl met bovenaan een horizontale balk. Door deze dwarsbalk is een grote schroef bevestigd die met een moer op- en neergedraaid kan worden. Aan de schroef hangen twee gebogen ijzers of beugels die aan het uiteinde een ringvormig oog hebben. Om een steen aan de kraan vast te maken steekt men pinnen door deze ogen in de kraangaten van de stenen. Zie ook afb. 86. Het woordtype halve maan (Q 160) is terug te voeren op het feit dat de twee steenbeugels samen de vorm hebben van een halve maan. [N O, 20a; Vds 200; Jan 179; Coe 162; Grof 195; A 42A, 30]
II-3
|