e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stelknoppen bladkluppel: blātklø̜pǝl (Stevensweert), bladverstellers: blāt˲vǝstęlǝrs (Stevensweert), bouten: bø̜jt (Nunhem), (enk)  bǫwt (Limbricht), draaier: drajǝr, drɛjǝr (Maasniel  [(wordt gebruikt om het zaagblad een andere stand te geven)]  ), draaiknopje: drɛjknøpkǝ (Dilsen), draaiknoppen: draaiknoppen (Heugem), driǝknȳp (Klimmen  [(enkelvoud: driǝknup)]  ), drɛjknupǝ (Heel), drɛjknøp (Meijel), (enk)  driǝknǫp (Jabeek), drēknǫp (Brunssum), drɛjknop (Sittard), drɛjknup (Montfort, ... ), draaipinnen: drīǝpenǝ (Hoensbroek), ezelen: ē̜zǝlǝ (Urmond), gaffel: gafǝl (Weert), gespan: gǝšpan (Mechelen), halteren: haltǝrǝ (Waubach), handgreep: haŋk˲griǝp (Heerlen  [(is langer dan de voetknop)]  ), handknoppen: haŋkknø̜p (Bleijerheide), handvatten: hantj˲vatǝ (Oirsbeek), (enk)  haŋk˲vat (Schaesberg), houders: hǫwǝrs (Holtum), klemmetjes: klɛmkǝs (Meijel), knopjes: knøpkǝs (Stein), knoppen: knyp (Mechelen  [(enkelvoud: knup)]  , ... ), knȳp (Herten), knøp (Hoepertingen  [(enkelvoud: knǫp)]  ), knø̜p (Eygelshoven, ... ), knęp (Bilzen  [(enkelvoud: knǫp)]  ), (enk)  knup (Herten, ... ), knǫp (Ottersum), kop: kop (Blerick), kraan: (enk)  kraan (Ulestraten), pennen: pɛnǝ (Urmond), (enk)  pɛn (Mechelen), pin: pen (Tegelen), richt: rext (Grathem  [(knop met borsten)]  ), snade: šnǭt (Vlodrop), spanhouter: spanhø̜ltǝr (Blerick), spanknoppen: spanknøp (Meijel), (enk)  španknǫp (Bleijerheide), spanneren: španǝrǝ (Waubach), spanners: spanǝrs (Dieteren), španǝrs (Einighausen, ... ), spanpennen: španpɛnǝ (Munstergeleen), spanpin: španpen (Brunssum, ... ), spanschroeven: spanšruvǝ (Echt), španšruvǝ (Stevensweert), španšrǫwvǝ (Gronsveld), spleethoutje: splēthø̜jtjǝ (Ell), standhout: štantjhǫwt (Roosteren), standkluppel: štantjklø̜pǝl (Roosteren), stelknoppen: stęlknȳp (Maasbree), stɛlknȳp (Venlo), stɛlknø̜p (Leunen), štelkn ̇øp (Posterholt), štęlknupǝ (Heel), štęlknyp (Tegelen), (enk)  štęlknup (Baexem, ... ), stellen: stęlǝ (Velden), steller: stęlǝr (Echt), stelschroeven: štęlšruvǝ (Echt), tappen: tapǝ (Leopoldsburg), toppen: tǫpǝ (Leopoldsburg), trekschroeven: trękšruvǝ (Echt), verstelhouders: vǝrstē̜lhǫwǝrs (Holtum), verstelknoppen: vǝrštęlknȳp (Herten  [(enkelvoud: vǝrštęlknup)]  ), voetknop: vōtknǫp (Heerlen  [(is korter dan de handgreep)]  ), zaagbouten: zaagbouten (Bergen, ... ), ̜(enk)  zāx˱bǫlt (Venlo), zaagknoppen: zāxknǫpǝ (Ottersum), zaagrichter: zāxrextǝr (Blitterswijck), zagenarmen: zāgǝnɛrǝm (Panningen  [(ook enkelvoud)]  ), zagenknoppen: zāgǝknup (Tegelen  [(enkelvoud: zāgǝknup)]  ), zeeghouders: zēxhǫwǝrs (Maastricht), zē̜xhǫwǝrs (Eijsden), zē̜xhǭjǝrs (Neeritter, ... ), zeegknoppen: zē̜xknȳp (Weert), zeegspillen: zē̜xspelǝ (Oost-Maarland), zegenknop: zē̜gǝknup (Sint Odilienberg) De knoppen aan de onderzijde van de spanzaagarmen, waartussen het blad van de spanzaag bevestigd is. De enkelvoudige opgaven uit het lemma kunnen ook verwijzen naar de handgreep die aan sommige spanzagen zoals de draaizaag en de schulpzaag bevestigd is en het mogelijk maakt het zaagblad te draaien. Vgl. ook woordtypen als handgreep, handvat en snade. [N 53, 8d; N I, 1d] II-12