e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
strossen aaneenstoppen: ānęjnstopǝ (Maasmechelen), aaneenstressen: anēštręsǝ (Bleijerheide), aaneenstrossen: ānęjnštrosǝ (Reuver), aaneenvlechten: enēfliǝtǝ (Montzen), besteken: bǝstē̜kǝ (Bilzen), dobbel naaien: dobǝl ni-jǝ (Noorbeek), fatsoeneren: fatsunērǝ (Jeuk), hechten: hęxtǝ (Lutterade), randereren: randǝrērǝ (Doenrade), strossen: strossen (Opglabbeek), strosǝ (Born, ... ), strǫsǝ (Meijel), štrosǝ (Herten, ... ), tresje maken: tręskǝ mākǝ (Zolder), trossen: trosǝ (Lanaken, ... ), trosǝn (Stein), trǫsǝ (Hopmaal), vlechten: fliǝtǝ (Montzen) Het onzichtbaar aaneenhechten van twee lappen stof zonder naad ertussen door er steken overheen te naaien met de tafellakensteek of strossteek. Zie afb. 35. [N 59, 59; N 62, 15c] II-7