34589 |
trekschei |
brug:
brøk (Q077p Hoeselt),
brugschei:
brøkšęi̯ (Q176a Ketsingen),
brø̜ksxē (L414p Houthalen),
brø̜kšē̜i̯ (L420p Rotem),
eerste schei:
i̯ǫstǝ sxēi̯ (Q078p Wellen),
i̯ǫstǝ šei̯ (Q163p Berg),
i̯ǫstǝ šē̜i̯ (Q071p Diepenbeek),
ēǝrstǝ šē (Q083p Bilzen),
īǝstǝ sxēi̯ (Q001p Zonhoven),
hachtenschei:
haxtǝsxɛ̄ (K358p Beringen),
hachtschei:
ha.u̯xtsxęi̯ (L288a Ospel),
ha.xtsxęi̯ (L282p Achel, ...
L312p Neerpelt,
L314p Overpelt),
hakšɛi̯ (Q005p Zutendaal),
haxsxai̯ (K316p Heppen),
haxtsxāi̯ (K318p Berverlo, ...
K314p Kwaadmechelen),
haxtsxē (L352p Hechtel, ...
L414p Houthalen,
K361p Zolder),
haxtsxē̜ (L413p Helchteren, ...
K360p Heusden,
K359p Koersel,
L355p Peer),
haxtsxē̜i̯ (K358p Beringen),
haxtsxęi̯ (L353p Eksel, ...
L356p Grote-Brogel,
L316p Kaulille,
L315p Kleine-Brogel,
L289b Leuken,
P051p Lummen,
L289p Weert,
L354p Wijchmaal),
haxtsxɛ̄ (L355p Peer),
haxtšęi̯ (L317p Bocholt, ...
L363p Ellikom,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L418p Niel-bij-As,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
L358p Reppel,
L368b Waterloos),
haxšęi̯ (L359p Beek, ...
L360p Bree,
L421p Dilsen,
L368p Neeroeteren,
L362p Opitter,
L361p Tongerlo,
L365p Wijshagen),
haxš˙ē (Q003p Genk),
hā.xtsxęi̯ (L313p Sint Huibrechts Lille),
hāxsxē̜i̯ (Q001p Zonhoven),
hāxtsxē̜i̯ (L286p Hamont),
hāxtsxɛi̯ (K278p Lommel),
hoefschei:
hōfšēi̯ (L371p Ophoven),
hōfšęi̯ (L318b Tungelroy),
hūfsxē (Q002p Hasselt),
hond:
hǫ.nt (P058p Stevoort),
hoofdschei:
hitsxē (Q002p Hasselt),
karschei:
karsxęi̯ (L244c America),
karšęi̯ (Q021p Geleen, ...
Q099p Meerssen,
Q019a Neerbeek,
Q198b Oost-Maarland,
Q098p Schimmert),
kāršē (Q004p Gelieren Bret),
kɛ̄r sxęi̯ (L286p Hamont),
klingbalk:
kleŋbalk (L373p Roosteren),
klingenscheien:
kleŋǝšei̯ǝ (L384p Herkenbosch),
klingschei:
kleŋsxęi̯ (L288c Eind, ...
L268p Velden,
L271p Venlo),
kleŋšęi̯ (L295p Baarlo, ...
L325p Horn,
L270p Tegelen),
(mv)
kleŋsxęi̯ǝ (L324p Baexem),
klinkenschei:
kleŋkǝšēi̯ (Q204a Mechelen),
kleŋkǝš˙ei̯ (Q119p Eygelshoven),
klinkschei:
kleŋksxęi̯ (Q039p Hoensbroek),
kleŋkšē̜i̯ (L422p Lanklaar),
kleŋkšęi̯ (Q211p Bocholtz, ...
L426p Buchten,
L429p Guttecoven,
Q096c Neerharen),
kopschei:
kǫpšęi̯ (Q178p Val-Meer),
schei:
sxei̯ (P057p Kuringen),
sxāi̯ (K318p Berverlo, ...
K314p Kwaadmechelen,
K353p Tessenderlo),
sxē (P050p Herk-de-Stad, ...
P051p Lummen,
P052p Schulen,
P058p Stevoort),
sxē. (P053p Berbroek),
sxēi̯ǝ (P107a Rummen),
sxēǝ (P178p Brustem, ...
P176a Melveren),
sxē̜ ̝. (P046p Linkhout),
sxęi̯ (K317a Kerkhoven),
sxɛi̯ (K278p Lommel),
sxɛ̄ (P045p Meldert, ...
P044p Zelem),
šē (Q076p Romershoven, ...
Q154p Sint-Huibrechts-Hern),
šęi̯ (L419p Elen, ...
L366p Gruitrode,
Q006p Leut,
Q204a Mechelen,
L424p Meeswijk,
Q010p Opgrimbie,
Q032a Puth,
Q012p Rekem,
L420p Rotem,
L423p Stokkem),
šɛi̯ (Q174p Herderen, ...
Q178p Val-Meer
[(om te doen kippen)]
),
š˙ē (Q082p Munsterbilzen),
š˙ęi̯ (L417p As),
(mv)
šęi̯ǝ (L324p Baexem),
strontschei:
stro.ntšęi̯ (Q011p Boorsem),
trekschei:
trøksxęi̯ (P051p Lummen),
trēksxē̜ (L322a Nunhem),
trē̜ksxē̜ (K358p Beringen, ...
P048p Halen),
tręksxai̯ (K315p Oostham),
tręksxē (K361p Zolder),
tręksxēi̯ǝ (L211p Leunen),
tręksxē̜ (Q011p Boorsem, ...
Q071p Diepenbeek,
L381p Echt,
Q007p Eisden,
L326p Grathem,
Q019b Groot Genhout,
L320c Haler,
L370p Kessenich,
L369p Kinrooi,
L422p Lanklaar,
L372p Maaseik,
Q009p Maasmechelen,
L383p Melick,
L382p Montfort,
L294p Neer,
Q096c Neerharen,
Q197p Noorbeek,
K357p Paal,
L387p Posterholt,
Q096d Smeermaas,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
Q209p Teuven,
Q013p Uikhoven,
Q014p Urmond),
tręksxęi̯ (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L289b Leuken,
L289p Weert),
trękšē (Q077p Hoeselt),
trękšē̜i̯ (L317p Bocholt, ...
Q033p Oirsbeek,
L423p Stokkem),
trękšɛi̯ (L371p Ophoven, ...
L290p Panningen),
trɛkskɛi̯ (P186p Gelinden, ...
P197p Heers),
trɛksxęi̯ (L269p Blerick, ...
L288c Eind,
L316p Kaulille,
L159a Middelaar,
L288p Nederweert,
L266p Sevenum,
L268p Velden,
Q078p Wellen),
trɛksxɛi̯ (L314p Overpelt),
trɛkšii̯ (Q117a Waubach),
trɛkšēi̯ (Q113p Heerlen, ...
Q204a Mechelen),
trɛkšē̜i̯ (L360p Bree),
trɛkšęi̯ (L295p Baarlo, ...
Q018p Geulle,
Q193p Gronsveld,
L322p Haelen,
Q112a Heerlerheide,
L330p Herten,
L377p Maasbracht,
L332p Maasniel,
L265p Meijel,
Q022p Munstergeleen,
L321p Neeritter,
Q198b Oost-Maarland,
L329p Roermond,
L318p Stramproy,
L432p Susteren,
L318b Tungelroy,
Q097p Ulestraten),
(mv)
trękšęi̯ǝ (L331b Boukoul, ...
Q111p Klimmen,
L331p Swalmen),
trɛkšęi̯ǝ (L429p Guttecoven, ...
L386p Vlodrop),
tweede trekschei:
twēǝdǝ trɛkšęi̯ (L434p Limbricht),
voorschei:
vø̜rsxęi̯ (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
vērsxē (P056p Stokrooie),
voorste schei:
vi̯ǫstǝ sxē (P055p Kermt),
vørstǝ šęi̯ (Q101p Valkenburg),
vøstǝ sxāi̯ (K353p Tessenderlo),
vø̄štǝ šęi̯ (Q020p Sittard),
vērstǝ sxē (Q002a Godschei),
vīǝstǝ š˙ē (Q072p Beverst)
|
De eerste van de verbindingscheien tussen de berries. Aan de uitstekende delen schei werden vaak de trekkettingen of de strengen vastgemaakt met behulp van platte, gebogen ijzers. Zie ook het lemma uitstekende delen van de trekschei en in WLD I.10, het lemma strengen. Zowel het feit dat er opgaven in het meervoud voorkomen als de opmerking van de correspondent uit Q 111 wijzen erop dat ook de tweede schei als trekschei gebruikt wordt: "het vastmaken van de strengen is hier gebruikelijk aan het tweede balkje indien licht geladen, anders aan het eerste balkje". Opmerking bij de kaart: er zijn vier benamingen die op het eerste zicht samenstellingen zijn van de plaatselijke benaming voor "streng" (hacht, kling, klink en trek). De verspreiding van "trekschei" stemt echter hoegenaamd niet overeen met de verspreiding van trek voor "streng", wat doet besluiten dat het hier om een samenstelling met een deverbativum van het werkwoord trekken gaat (vgl. hiervoor kaart 16 van wld I.10). [N 17, 25a; N G, 58b; JG 1a; JG 1b]
I-13
|