e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

Gevonden: 4929
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
appelvink appelvink: appelvink (Gulpen) appelvink (18 grote snavel, kort staartje; grote vogel; zeer schuw; zeldzaam; vreet vruchtenpitten; roep [ptik] [N 09 (1961)] III-4-1
arbeid werk: ⁄t werk (Gulpen), werken: werke (Gulpen), wirke (Gulpen) het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)] III-3-1
arduin, hardsteen blauwe steen: blauwe steen (Gulpen), hardsteen: hardsteen (Gulpen) hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)] III-4-4
are, maat van 100 m2 are: are (Gulpen, ... ) de maat die een oppervlakte aangeeft van 100 vierkante meter [are] [N 91 (1982)] III-4-4
aren lezen zomeren: zø̄ǝmǝrǝ (Gulpen) Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2] I-4
armband armband: ermband (Gulpen, ... ) band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)] III-1-3
armbestuur armbestuur: ermbestuur (Gulpen), érmbestuur (Gulpen) de instelling die zich tot doel stelt arme mensen te ondersteunen [arme, armekom-mer, grootvaal, armbestuur] [N 90 (1982)] III-3-1
armenbanken vrijbanken: vrie baenk (Gulpen) De banken achter in de kerk, die niet werden verpacht [gemeine banken, vrije banken, ermebanke, vrije plaatsen?]. [N 96A (1989)] III-3-3
armoedig armoedig: ŭrmeudig (Gulpen) armoedig [SGV (1914)] III-3-1
armvol armvol: ermvol (Gulpen, ... ), ęrǝmvǝl (Gulpen), (deels omgespeld).  ənnə [eͅrmvoͅl} höj: (Gulpen) armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] I-4, III-4-4