e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijnandsrade

Overzicht

Gevonden: 1089

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aardappelen stampen fijnstampen: fīēn sjtampə (Wijnandsrade) stampen; Hoe noemt U: Fijnmaken van b.v. aardappelen (deisteren, moezelen, moezen, britsen) [N 80 (1980)] III-2-3
aardbei erbel: WLD  örbele (Wijnandsrade) De bekende, fris smakende rode vrucht van de aardbeienplant (aadbissem, aardbeer, aardbees, jaarbees, aardbezie, freis). [N 82 (1981)] I-7
aarden aarden: aardə (Wijnandsrade) zich op een andere plaats waar men zich gevestigd heeft, thuis gaan voelen [aarden, de aard krijgen] [N 85 (1981)] III-1-4
aarzelen aarzelen: aarzələ (Wijnandsrade, ... ) bang om iets te doen, niet durven doen [aarzelen, twijfelen, tukken, treuzelen, teutelen, draaien] [N 85 (1981)] || uit besluiteloosheid zich weerhouden, niet goed durven [aarzelen, dubben, teutelen, pieraarzen, dobben] [N 85 (1981)] III-1-4
achterdocht verdenken: verdinkə (Wijnandsrade) een kwaad vermoeden over iemands handelingen of bedoelingen hebbend [achter-koutig, achterkousig, achterdochtig] [N 85 (1981)] III-1-4
achteruitgaan wijken: wieekə (Wijnandsrade) Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)] III-1-2
afkoken afkoken: aafkoakə (Wijnandsrade) Hoe noemt U: Met (in) weinig water gekookt, gezegd van groenten (kort) [N 80 (1980)] III-2-3
afkomst afkomst: aafkóms (Wijnandsrade) afkomst, afstamming; bloedverwantschap in neerdalende lijn [komaf, tuk, afkomst] [N 87 (1981)] III-2-2
afleggen van een dode afleggen: aafleggə (Wijnandsrade) een lijk reinigen en met het doodsgewaad bekleden, meestal tevens van het bed afnemen [afleggen, lijken, ontwaden] [N 87 (1981)] III-2-2
afslaan, van noten houwen: WLD  houwe (Wijnandsrade) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] I-7