e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197p plaats=Noorbeek

Overzicht

Gevonden: 3664
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bekakt praten aanstellerig (bn.): aanstellerig (Noorbeek) bekakt praten [N 102 (1998)] III-3-1
bekakte praat kale schijt: kaale sjiet (Noorbeek) taal of daad die getuigt van een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid [kak] [N 85 (1981)] III-3-1
bekakte praat /bekakt praten kale schijt: kaale sjiet (Noorbeek) taal of daad die getuigt van een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid [kak] [N 85 (1981)] III-1-4
bekennen bekennen: bekinne (Noorbeek) uitkomen voor een schuld [kennen, bekennen] [N 85 (1981)] III-1-4
bekeuren proces maken: proces make (Noorbeek), proces-verbaal geven: persesverbaal geven (Noorbeek) iemand een boete opleggen [kalangeren, kallizeren, noemren, opboeten, schutten, opkalken, beboeten] [N 90 (1982)] III-3-1
bekisting bekisting: bǝkesteŋ (Noorbeek) De van planken en platen vervaardigde houten mal waarin beton gestort wordt. Zie ook het lemma 'Bekister'. [N 30, 51a; monogr.] II-9
bekkens schotelen: sjottele (Noorbeek) Het muziekinstrument dat bestaat uit twee koperen schijven met leren handvaten, die tegen elkaar geslagen worden [bekkens, schellen]. [N 90 (1982)] III-3-2
bekvechten stechelen: steggele (Noorbeek) ruzie maken door woorden [afstrijden, rikrooien, kerwee hebben, strijden, muilvech-ten, smoelvechten, opstrijden] [N 85 (1981)] III-3-1
belangrijk, van belang van belang: va belaank (Noorbeek) van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)] III-4-4
belasting belasting: belasting (Noorbeek, ... ), taks (<fr.): taks (Noorbeek) de verplichting tot het betalen van een geldelijke bijdrage in de lasten van de overheid [tijns, cijns, belasting, taks] [N 90 (1982)] III-3-1