| 28650 |
verzegelde honing |
verzegelde honing:
vǝrzēgǝldjǝn hōneŋ (L371a Geistingen)
|
Honing uit een verzegelde raat. Ten aanzien van het woordtype rijpe honing merkt de informant uit L 333 op dat men, wanneer een raampje voor twee-derde verzegeld is, de honing rijp mag noemen. [N 63, 114a; N 63, 113a; monogr.]
II-6
|
| 28479 |
verzegelen |
verzegelen:
vǝrzēgǝlǝ (L371a Geistingen)
|
Het sluiten van de cellen door de werkbijen met een dekseltje van was. Dit sluiten of verzegelen gaat onmiddellijk vooraf aan het poppestadium van de larven. [N 63, 23a; Ge 37, 71]
II-6
|
| 23312 |
vespers |
grote vespers (<lat.):
met Kerstmis, allerheiligen, ...
groete vespers (L371a Geistingen)
|
De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 34054 |
vet te mesten stierkalf |
dikbil:
dekbel (L371a Geistingen)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (kalf) het lemma ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 75a]
I-11
|
| 28543 |
vetvliegen |
vetvliegen:
vɛt˲vlēgǝ (L371a Geistingen)
|
Het snel volvliegen door de bijen van korf of kast met honing bij goed honingweer. [N 63, 47c]
II-6
|
| 24057 |
viaticum |
ons heer:
oos hiêr (L371a Geistingen)
|
De H. Communie als teerspijs voor een stervende, viaticum. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 23910 |
vier uitersten |
uitersten:
uterste (L371a Geistingen)
|
De vier uitersten van de mens (te weten: dood, oordeel, hemel, hel) [toponiem te Meijel: de Vruttersjte]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 20271 |
vierling |
vierling:
vērleŋ (L371a Geistingen)
|
Vierde zwerm of derde nazwerm. Na de eerste nazwerm kan enkele dagen later een tweede, derde, vierde en zelfs een vijfde volgen. Elke zwerm echter betekent een splitsing en daardoor een verzwakking van het moedervolk. De bijen vinden soms zelf zoveel zwermen ongunstig en maken daar een eind aan door de jonge moer de kans te geven de nog ongeboren koninginnelarven te doden. Het zwermen houdt dan op. De informant van K 315 vermeldt er uitdrukkelijk bij dat een brandzwerm een vierde zwerm is. De meer gebruikelijke betekenis van brandzwerm is "voorzwerm". Zie het lemma Voorzwerm. [N 63, 37e; JG 1b]
II-6
|
| 20574 |
vieruursboterham |
koffie, de -:
koffi (L371a Geistingen),
koffij (L371a Geistingen),
koffiedrinken, het -:
koffiedrinke (L371a Geistingen)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 15 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 15 uur 30 [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
| 17768 |
vinger |
vinger:
vinger (L371a Geistingen),
vingər (L371a Geistingen)
|
Doorn: ik heb een doorn in mijn vinger [ZND 23 (1937)]
III-1-1
|