e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

Gevonden: 7823
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
alpinomuts alpino (it.): alpino (Klimmen), belgisch mutsje: belsj mutsjke (Klimmen), pats ohne klep: patsj aone klép (Klimmen) alpino(muts) [patsj] [N 25 (1964)] III-1-3
als getuige ten doop komen als getuige aan de doop komen: es getuge aa gen doup kómme (Klimmen), doopsgetuigen: duipsgetuige (Klimmen), naar de doop gaan: nao der doup gaon (Klimmen) Als getuige ten doop komen [an doof kómme]. [N 96D (1989)] III-3-3
altaar altaar (<lat.): `nen elter (Klimmen), elter (Klimmen), èlter (Klimmen) Een altaar [altaor, altooër, alter, outaar, outer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
altaarbel altaarschel: N.B.: Van Witte Donderdang na het Credo to Paaszaterdag: `de klabattere`.  de eltersjel (Klimmen), bel: bel (Klimmen), kerkschel: kèrksjel (Klimmen) De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)] III-3-3
altaarretabel triptiek (<fr.): triptiek (Klimmen, ... ) Een altaarretabel, -triptiek, -drieluik. [N 96A (1989)] III-3-3
alver abel: WLD  abel (Klimmen) Hoe noemt u de alver: een roofkarpertje, 10-18cm lang, de schubben hebben een fraaie zilver- of paarlemoerglans (alver, moertje, nesteling, aveltje, scheiter, bovenzwemmer, win, winde, wind) [N 83 (1981)] III-4-2
alziend oog alziend oog: `t Alleszeend Oug (Klimmen), godsoog: godsoog (Klimmen) Een ingelijste plaat waarop een groot oog in een driehoek is afgebeeld, met daarbij de tekst: God ziet mij. Hier vloekt men niet. (Godsoog, Alziend Oog, Christusoog?). [N 96B (1989)] III-3-3
ambtenaar beambte: beambte (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale, Wilhelmina]), bǝamtǝ (Klimmen  [(Oranje-Nassau I)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Het algemene woord voor de ambtenaar op de mijn. Een woordtype als "pennelekker" is echter spottend bedoeld. Een schrijver zit op kantoor. [N 95, 140; monogr.] II-5
ampullen ampullen (<lat.): ampulle (Klimmen), ampöl (Klimmen), de ampulle (Klimmen) Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)] III-3-3
andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed mouche (fr.): Opm. v.d. invuller: is gespikkeld wit en muiskleurig.  ’ne moesj (Klimmen) Kent U andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed (+ korte beschrijving)? [N 93 (1983)] III-3-2