e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

Gevonden: 7823
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aftuigen uitdoen: ūt˱dōǝn (Klimmen) Het paard van het trektuig ontdoen door de verschillende delen van het paardetuig los te gespen en af te nemen. [JG 1b; N 8, 97b] I-10
afvoerband afvoerband: āfvø̄rbant (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Bandtransporteur voor de afvoer van de gewonnen kolen. Het woordtype "a.b." (L 265, Q 33) is een afkorting voor afvoerband. [N 95, 637; monogr.] II-5
afwasborstel afwasborstel: aafwèsjbösjtel (Klimmen), borstel: buesjtel (Klimmen), busjtel (Klimmen), bösjtel (Klimmen) Borstel waarmee potten en pannen gereinigd worden (borstel, schrobbertje) [N 79 (1979)] III-2-1
afwasteil, afwasbak spoelbak: sjpeulbak (Klimmen, ... ), speulbak (Klimmen), spoelkomp: sjpeulkomp (Klimmen), sjpeulkómp (Klimmen), waskomp: wèsjkómp (Klimmen) afwasbak [N 07 (1961)] || bak waarin men afwast [N 20 (zj)] III-2-1
afwaswater schotelswater: sjòttelswater (Klimmen), spoelwater: sjpeulwater (Klimmen, ... ) Hoe noemt u in uw dialect het water waarin men de vaat doet/gedaan heeft? [N105 (2000)] III-2-1
afwisselen bij het broeden aflossen: aaflosse (Klimmen) Hoe heet verder: afwisselen bij het broeden? [N 93 (1983)] III-3-2
afzetten stropen: sjtruipe (Klimmen) meer laten betalen dan een artikel waard is; te duur doen betalen [strepen, aankomen, strafelen, straffen, stropen, stroefen, scholpen, nijpen, afdrogen, overschatten] [N 89 (1982)] III-3-1
agnus dei agnus dei: anjus deeie (Klimmen), Anjus Deï (Klimmen), d`r Agnus Dei (Klimmen) Het (vaste) misgezang dat na het Onze Vader wordt gezongen, het Agnus Dei. [N 96B (1989)] III-3-3
agrimonie agrimonie: Veldeke  owermoenje (Klimmen), leverkruid: Veldeke agrimonie  laeverkroed (Klimmen, ... ) agrimonia [N 92 (1982)] || agrimonie [N 92 (1982)] || Agrimonie (agrimonia eupatoria 30 tot 140 cm grote plant. De stengels zijn klierachtig ruw behaard; de bladeren zijn langwerpig, geveerd. Aan de onderkant zijn ze grijs behaard. De bloemen bevinden zich in een lange aar en zijn geel; de kelk is met de v [N 92 (1982)] III-4-3
akelei akelei: Veldeke  akelei (Klimmen) Akelei (aquilegia vulgaris 30 tot 80 cm hoog. De stengels groeien rechtop en zijn bovenaan vertakt; de bladeren zijn meestal 3-tallig met brede, diep gekartelde blaadjes; de bloemen zijn groot en hangend, de kroonbladeren zijn trechtervormig, met aan de [N 92 (1982)] III-4-3