e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L413p plaats=Helchteren

Overzicht

Gevonden: 2273
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
worstelen worstelen: worstlen (Helchteren) Worstelen. [Willems (1885)] III-3-2
worstenbroodje worstenbroodje: (o.).  woͅrstəbrykə (Helchteren) Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)] III-2-3
worstvlees en -vet kleinmaken malen: mǭlǝ (Helchteren) Men kapt of snijdt het vlees met een mes in kleine stukjes of verwerkt het met de vleesmolen. [N 28, 113; monogr.] II-1
wortel wortel: wǫrtǝl (Helchteren) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortelenstamppot potage: (stamppot van wortelen).  pəta͂zi (Helchteren) Wat verstaat u onder: potaage, petazzie (soep, gekookte groente of stamppot?) a.u.b. ook de uitspraak aangeven [N 16 (1962)] III-2-3
wortelenvlaai potenvlaai: putəvla͂j (Helchteren) Vla met vulling van wortelen [N 16 (1962)] III-2-3
wortels rooien trekken: trekken (Helchteren) Dennenwortels met een hefboom uit de grond trekken. [N 27, 8c] I-8
worteltje stomppootjes: sto.mpytəkəs (Helchteren) Fijne variëteit tuinwortelen [Goossens 1b (1960)] I-7
wrijven wrijven: vrijven (Helchteren), wreiven (Helchteren) wrijven [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-1-2
wringen wringen: vringen (Helchteren, ... ) wringen [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-1-2