e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L413p plaats=Helchteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wasknijper lijnwaadspeld: lēͅi̯vətspɛlən (Helchteren) klemmende houtjes om de wasch op de drooglijn vast te maken [ZND 36 (1941)] III-2-1
waterdamp, wasem wasem: wāzəm (Helchteren) damp [ZND 33 (1940)] III-2-1
waterketel, moor watermoor: wātərmūr (Helchteren) de gewone ketel om water te koken (fr. bouilloire) [ZND 36 (1941)] III-2-1
waterput put: pøt (Helchteren, ... ) [N 12 (1961)] [RND 08] [Willems (1885)] [ZND 32 (1939)] I-7
waterring van de mijt waterlaag: waterlaag (Helchteren) Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
weddenschap wedding: ien wädding (Helchteren) Wedding. [Willems (1885)] III-3-2
weekblad? gellustreerd weekblad: geillustreerd weekblad (Helchteren) weekblad met veel prenten en fotos [ZND 36 (1941)] III-3-1
weer genezen weer effen: wier effe (Helchteren) hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)] III-1-2
weerlichtx weerlicht: weerlicht (Helchteren) weerlichten [ZND 21 (1936)] III-4-4
weersgesteldheid weer: weͅər (Helchteren) weer (znw) [ZND A1 (1940sq)] III-4-4