e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L326p plaats=Grathem

Overzicht

Gevonden: 2847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bolster van een noot dop: WLD  dop (Grathem) De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)] III-2-3
bomgat, spongat bongat: bongāt (Grathem) De opening in de zijwand van een vat, waardoor het gevuld kan worden. Zie ook het lemma ɛspongatɛ in wld II.2, pag. 44.' [N E, 48a; N 6, 4; L 7, 28; A 36, 3a; monogr.] II-12
bomijs droog ijs: drueug ies (Grathem) ijs waaronder het water is weggelopen [DC 32 (1960)] III-4-4
bonenkruid bonenkruidje: WLD  bôênəkruutjə (Grathem, ... ) Bonenkruid, het geurige kruid dat bij de tuinbonen of andere peulvruchten gevoegd wordt (keule, keul, kuil, kruid, heume, bonenkruid, kuun, keune). [N 82 (1981)] I-7, III-2-3
bont als apart kledingstuk pels: pels (Grathem) bont, zachtharig dierenvel (das, vos, e.d.) als los kledingstuk [poes, pels, mansjel] [N 23 (1964)] III-1-3
bont geruite langwerpige omslagdoek bonte doek: bonje dook (Grathem) omslagdoek, bont geruite langwerpige (stola-achtige) ~ voor meisjes [bonte nuzzik] [N 25 (1964)] III-1-3
bonte koe met rode kop rode: rōi̯ (Grathem) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123a] I-11
bonte koe met zwarte kop moorkop: mē̜rkǫp (Grathem) [N 3A, 128] I-11
bonte kraai bonte kraan: bontje kroeoon (Grathem) Hoe heet de bonte kraai? [DC 06 (1938)] III-4-1
bontkraag pelskraag: pelskraag (Grathem) kraag van bont [N 23 (1964)] III-1-3