e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288a plaats=Ospel

Overzicht

Gevonden: 3815
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biddag voor het gewas ... voor de vruchten der aarde: voor de vruchten der aarde (Ospel) De Biddag voor het Gewas. [N 96C (1989)] III-3-3
bidden beden: baije (Ospel) Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidstoel kniebankje: kni-jbengske (Ospel) Een bidstoel met knie- en armsteun, waarop men alleen maar geknield kan zitten [prie-Dieu?]. [N 96A (1989)] III-3-3
bidstond bede-uur: baioor (Ospel) Een aanbiddingsuur of bidstonde, aan elk van de wijken of groeperingen van de parochie toegewezen gedurende deze aanbiddingsdagen [bidstond, bèèjstónd, be------nsjtónd?]. [N 96B (1989)] III-3-3
biecht biecht: beecht (Ospel) De biecht [biech]. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: beechstool (Ospel) De preekstoel [preek-, prèèk-, predichsjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
bieden bieden: be.jə (Ospel) bieden [RND] III-3-1
bier bier: beer (Ospel), béér (Ospel) bier [RND] III-2-3
bierpap bierpap: Als men dit eet bij verkoudheid of griep kan men goed transpireren e kappertje beer: een klein glas bier (voor dames met suiker) naaks beer: bier zonder suiker E glaeske beer  beerpap (Ospel), slemp: slêmp (Ospel) bierpap, slemp || kooksel van melk, meel en vbier III-2-3
biestmelk biest: bēst (Ospel) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11