e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wormsteek (subst.) worm: wörm (Wijlre) wormstekig ve appel (subst.) [DC 23 (1953)] III-2-3
wormstekig wormsteketig: weurmsjtééketig (Wijlre, ... ), wormstekig: wörm-sjtie-ə-kig (Wijlre) Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)] || wormstekig ve appel [DC 23 (1953)] I-7, III-2-3
worstelen worstelen: worstele (Wijlre) De tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
wortel wortel: wǫrtǝl (Wijlre) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortel (alg.) wortel: wottele (Wijlre) Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)] III-4-3
wortelhals kraag: kraag (Wijlre) De overgang tussen wortel en stengel bij een plant (hoofd, hals, kraag, wortelkraag, wortelhals, nek). [N 82 (1981)] III-4-3
worteltje moortjes: muurkes (Wijlre), moren: moere (Wijlre), worteltjes: wurtelkes (Wijlre) De kleine soort penen die men in de moestuin kweekt [N Q (1966)] I-7
wrang sleeuw: alleen in de betekenis van wrang  sjlieë (Wijlre) wrang [DC 26 (1954)] III-2-3
wreef wregel: vrij-gəl (Wijlre), vry(3)̄gəl (Wijlre) wreef - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
wrijven wrijven: vrieve (Wijlre) Wrijven: met de hand herhaaldelijk over iets strijken (wrijven, frotteren). [N 84 (1981)] III-1-2