e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

Gevonden: 5461
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
begraven begraven: begraven (Eys), bəgrā.və (Eys) een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 87 (1981)] III-2-2
begrijpen begrijpen: begriepe (Eys), bəgrī.pə (Eys), snappen: šna.pə (Eys), verstaan: vərštoͅ.a (Eys) met het verstand vatten, begrijpen [kennen, omvatten, begrijpen] [N 85 (1981)] III-1-4
begrip, besef begrip: begrip (Eys), belul: belul (Eys), benul: o.  bənø̄.l (Eys), bezei: bezeij (Eys), verstndnis (du.): o.  vəršteͅ.ntnes (Eys) besef (hij heeft er geen ~ van) [SGV (1914)] || een bewuste, duidelijke voorstelling [benul, belul, besef] [N 85 (1981)] || het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)] III-1-4
beiaard klokkenspel: klokkespel (Eys), kloͅkəsjpeͅl (Eys) Het geheel van zuiver gestemde klokken die door een klavier bespeeld kunnen worden [klokkenspel, beiaard, carillon]. [N 90 (1982)] III-3-2
beieren luiden: de klokke loewe (Eys) Hoe zegt men : de klokken beieren?. [N 96A (1989)] III-3-3
beitel beitel: bētǝl (Eys) De algemene benaming voor het stalen werktuig met een wigvormige snede dat dient om bijvoorbeeld gaten of uitsparingen in hout te steken of te hakken. Beitels die door houtbewerkers worden gebruikt, bestaan uit een beitelblad dat aan de onderzijde in een snede uitloopt en aan de bovenzijde via een versmalling, de hals, en vervolgens een verbreding, de borst, in een pin eindigt. Deze pin, de arend, wordt in het houten handvat van de beitel gestoken. Zie ook afb. 63 en vgl. het lemma ɛbeitelɛ in Wld II.11, pag. 33. Het betreft daar de beitel met een andere vorm die door de smid wordt gebruikt bij het doorhakken en splijten van koud of verhit metaal.' [N 53, 34a; N G, 24; L 1a-m; L 21, 12; L 45, 12a; L A2, 434; A 14, 12a; monogr.] II-12
bek muil: moel (Eys), WLD  m‧ul (v.) (Eys) Hoe noemt u de bek van een dier (muil, bakkes) [N 83 (1981)] III-4-2
bekakte praat kak: kak (Eys), zich get menen: ze.x˃ geͅ.t m‧eͅŋə (Eys) taal of daad die getuigt van een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid [kak] [N 85 (1981)] III-3-1
bekakte praat /bekakt praten kak: kak (Eys) taal of daad die getuigt van een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid [kak] [N 85 (1981)] III-1-4
bekendmaken bekendmaken: bekint maake (Eys), bəka.nt mā.kə (Eys) officiëel bekend maken [uitbellen, uitklinken, afkleppen] [N 87 (1981)] III-3-1