e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q097p plaats=Ulestraten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wisselvallig weer t weer staat te luimen]: het waer sjteit te dreissje (Ulestraten), het waer sjteit te kume (Ulestraten), het waer sjteit te loere (Ulestraten) niet schijnen te weten wat het wil gaan doen, gezegd van het weer [loerachtig [N 22 (1963)] III-4-4
witte kaas, wrongel fluiterd: fluitert (Ulestraten), fluitkaas: fluitkiéés (Ulestraten) hangop; Hoe noemt U: Een koud melkgerecht van karnemelk die men in een zak of in een doek opgehangen, heeft laten uitdruipen en vervolgens met melk en suiker aangemengd, opdient (hangop, hangebast) [N 80 (1980)] || Smeerbare witte kaas of wrongel (fluitert, fluiterskaas?) [N 16 (1962)] III-2-3
witte klaver, steenklaver steenklee: štęi̯n[klee] (Ulestraten), witte klee: wetǝ [klee] (Ulestraten) Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5
witte kool kabots: kebodsje (Ulestraten), wit moes: wit moos (Ulestraten, ... ), witte kool: wetə koil (Ulestraten) witte kool als gerecht [N Q (1966)] || witte kool, als plant of gewas [N Q (1966)] || witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)] I-7, III-2-3
witte kwikstaart kwikstaart: kwiksjtart (Ulestraten, ... ) kwikstaart [N P (1966)], [SGV (1914)] III-4-1
witte waterlelie waterlelie: -  waterlelie (Ulestraten) witte waterlelie [N 37 (1971)] III-4-3
witte, buitenlandse bloem patentbloem: patɛntblōm (Ulestraten) De bakkwaliteit van bloem gemalen van harde tarwe is beter dan die van bloem ge-malen van zachte tarwe (Schoep blz. 7). Hetzelfde geldt voor de rogge. Omdat in het algemeen de buitenlandse tarwe en rogge harder zijn dan de inlandse, kan men zeggen dat de buitenlandse bloem een betere bakkwaliteit heeft dan de inlandse bloem. [N 29, 15b; N 29, 16] II-1
wittebrood weg: Neen, men kent wel het bovengenoemde woord.  wèk (Ulestraten), wittebrood: wittebroid (Ulestraten) Kent uw dialect het woord weg of wig = een wittebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)] || wittebrood [SGV (1914)] III-2-3
woensdagx goensdag: goonsdig (Ulestraten) Woensdag [SGV (1914)] III-4-4
woest, onachtzaam lopen lopen wie een wilde: loupe wie enne wille (Ulestraten) lopen: woest, onachtzaam lopen [ragge, bollieje] [N 10 (1961)] III-1-2