e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

Gevonden: 4619
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blad, bladeren van een plant blad: blāt (Brunssum), blader: blār (Brunssum) Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.] I-4
bladerloze boom kale boom: WLD  kale boom (Brunssum) Een boom zonder bladeren (ijlboom). [N 82 (1981)] III-4-3
bladkool, snijkool losse, een -: loesj (Brunssum) [N Q (1966)] I-7
bladzijde bladzijde: bladziejn (Brunssum) ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)] III-3-1
blaffen bletsen: bletsje (Brunssum) blaffen [SGV (1914)] III-2-1
blankvoorn, voorn voorn: WLD  voorn (Brunssum) Hoe noemt u de voorn: een zoetwatervis met achter de borstvin twee buikvinnen die ter hoogte van de rugvin staan; de anaalvin staat ongeveer halfweg de eerste buikvin en de staartvin. De bek is betrekkelijk klein. Het lichaam is zijdelings samengedrukt en [N 83 (1981)] III-4-2
blaten bleken: blē̜kǝ (Brunssum) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauwborstje blauwborstje: blauwbusjkə (Brunssum) blauwborst (14 zomervogel met helderblauwe borst met witte stip (alleen de man), leeft verborgen in struiken bij het water; niet zo zeldzaam; zingt vaak vliegend; zang heel afwisselend, aapt allerlei vogels na; zang begint met [uuk...uuk...uuk] [N 09 (1961)] III-4-1
blauwe bosbes arbel: arbel (Brunssum), in Schunveld marbel  arbel (Brunssum, ... ), bosorbel: būsorbel (Brunssum) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || bosbes, alg. [Roukens 03 (1937)] || boschbes [SGV (1914)] III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: reegel (Brunssum), riegər (Brunssum), réégel (Brunssum) reiger [SGV (1914)] || reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)] III-4-1