e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L209p plaats=Merselo

Overzicht

Gevonden: 3435
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwarte bes moelberen: zwarte  moelbêr (Merselo) aalbes [SGV (1914)] I-7
zwarte kraai, kraai kraai: kraej (Merselo), krääj (Merselo), zwarte kraai: zwarte krèj (Merselo) Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai [SGV (1914)] III-4-1
zwavelx zwavel: zwaavel (Merselo), zwèvel (Merselo) zwavel [DC 02 (1932)] III-4-4
zweep zweep: zwēp (Merselo) Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.] I-10
zwemmen zwemmen: zwimme (Merselo), zwɛ.mə (Merselo) zwemmen [RND], [SGV (1914)] III-3-2
zwemstenen bimsstenen: bemsstęǝn (Merselo) Zwemstenen of drijfstenen zijn benamingen voor een zeer lichte kunststeen, vervaardigd uit puimsteengruis (bimszand) en hydraulische kalk. Het gruis wordt daartoe met ongeveer 1/9 van zijn gewicht aan waterkalk dooreengemengd. Dit mengsel wordt in ijzeren vormen geschept, beklopt en, van de vormen ontdaan, op rekken te drogen gezet. Na enige dagen worden de stenen op hopen gezet en na enige maanden zijn zij gereed voor gebruik. Zwemstenen worden hoofdzakelijk voor binnenwerk gebruikt en isoleren dankzij hun grote poreusheid goed warmte en geluid. 'Ytong' en 'Poriso' zijn merknamen. [N 30, 54e] II-9
zwenghout, spoorstok eghaam: ęxhām (Merselo  [(incl de strengen)]  ), eghaamsknippel: ęgǝmsknepǝl (Merselo) Het dwarshout waaraan van voren de strengen of trekkettingen van het paard bevestigd zijn en dat van achteren aan een akkerwerktuig (ploeg, eg, e.d.) gekoppeld is. Zie afb. 98. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; JG 2b-4, 3; N 11, 34a; N 11A, 103 + 103e; N 17, 69a add.; L 34, 11 add.; L 49, 26 add.; A 30, 26 add.; G 1, 26 add.; div.; monogr.] I-2
zweren, etteren etteren: ĕttere (Merselo), zweren: zwêre (Merselo, ... ) etteren [SGV (1914)] || zweren (etteren) [SGV (1914)] III-1-2
zwerm bijenzwerm: bejǝzwę̄rm (Merselo), zwerm: zwę̄rm (Merselo) Het geheel van bijen met koningin dat de korf of kast verlaat. Een zwerm bestaat doorgaans uit een koningin, 10- tot 20-duizend werkbijen en een paar honderd darren. Zij zullen een nieuwe woning gaan zoeken. [N 63, 29d; S 3; L 1a-m; JG 1a+1b; Ge 37, 100; A 9, 6; monogr.] II-6
zwerm vogels klocht: klòcht (Merselo) zwerm duiven III-4-1