e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L364p plaats=Meeuwen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zich gedragen zich voegen: zex vēͅgə (Meeuwen), zich voegen (Meeuwen) zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)] III-1-4
zich haasten zich spoeden: spo.jə (Meeuwen) Zich haasten. We moeten ons haasten om de bus te halen. [Lk 05 (1955)] III-1-2
zich heel wat inbeelden; ingebeeld persoon het hoog in de bol hebben: ⁄t hoog in de bol hebben (Meeuwen), kakmadam: ki-jk mich doa de kakmedammeke ins möt hèèr huug hekskes iêver de stroat wagkele  kakmedam (Meeuwen), stront wie heeft me gescheten: stront wie heeft me gescheten (Meeuwen), zich wat inbeelden: zich wat inbeelden (Meeuwen) hovaardig en aanstellerig vrouwmens || zich heel wat inbeeldend, een te hoge mening van zich zelf hebben [veel kak hebben, veil hebben, ophangen, veel gasconnades veil hebben] [N 85 (1981)] III-1-4
zich inbeelden denken: ook materiaal znd 27, 39  dinke (Meeuwen), zich inbeelden: zich inbeeldə (Meeuwen), ook materiaal znd 27, 39  zich inbeele (Meeuwen) inbeelden [ZND 01 (1922)] || zich inbeelden III-1-4
zich kwaad maken uit zijn kram schieten: uit zijn kram schieten (Meeuwen), uit zijn krammen schieten: y(3)̄t sən kramə sjēͅtə (Meeuwen), zich giftig maken: zich giftich maken (Meeuwen), zich recht zetten: zich recht zetten (Meeuwen) zich giftig maken || zich kwaad maken [zich opruien, zich optoornen, uit zijn korf schieten] [N 85 (1981)] III-1-4
zich over de rug wentelen (zich) wentelen: we.ntǝlǝ (Meeuwen) Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69] I-9
zich schamen zich schamen: zich sjaamə (Meeuwen) zich schamen III-1-4
zich vergissen abuis hebben: abuis hebben (Meeuwen), abuis zijn: əbis zēͅn (Meeuwen) het mis hebben, zich vergissen [abuis hebben, zijn eigen misgissen] [N 85 (1981)] III-1-4
zich verkleden omkleden: omkleden (Meeuwen) Hoe zegt men in uw dialekt zich verkleden, andere kleren aandoen, om b.v. in de tuin te gaan werken? Ik moet me even... [DC 58 (1983)] III-1-3
zich verslikken zich verslikken: zich verslikke (Meeuwen) Hoe noemt U: In de slokdarm blijven steken, gezegd van een hap voedsel (kroppen) [N 80 (1980)] III-2-3