31283 |
verlengstuk |
hulptang:
hølǝptaŋ (P176b Bevingen)
|
Een stuk ijzer dat aan een werkstuk wordt vastgezet om dit laatste bij het smeden gemakkelijker te kunnen hanteren. Doorgaans gebruikt men echter een smeedtang. [N 33, 309]
II-11
|
22709 |
verschillende knikkerspelen |
op malkander schieten:
op mekander schieten (P176b Bevingen)
|
Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)]
III-3-2
|
29941 |
verstekhaak |
punthoek:
pønthūk (P176b Bevingen)
|
Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. Zie ook afb. 3. [N 30, 13b; monogr.]
II-9
|
31536 |
verstelbare moersleutel |
ijzeren sleuter:
ęjzǝrǝ slø̜jtǝr (P176b Bevingen),
tandsleuter:
tāntslø̜jtǝr (P176b Bevingen)
|
sǝl Q 116; verstelbare sleutel: vǝrštɛlbrǝ šløsǝl Q 121b; ijzeren sleuter: ęjzǝrǝ slø̜jtǝr P 176b; %%B de volgende opgaven betreffen het oudere type Engelse sleutel -- vergelijk afbeelding 199a-d%% engelse sleutel: e' [N 33, 300a; N 33, 300d; N 64, 78b; monogr.]
II-11
|
30024 |
verweerde kalk |
vuile kalk:
vālǝ kalǝk (P176b Bevingen)
|
Ongebluste kalk die langdurig aan vochtige lucht werd blootgesteld en daardoor met water en koolzuur is verzadigd. Verweerde kalk blust zeer moeilijk. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Kalk blussen'. [N 30, 29b; monogr.]
II-9
|
30026 |
verzopen kalk |
te dunne kalk:
te dunne kalk (P176b Bevingen)
|
Kalk waaraan tijdens het blussen teveel water is toegevoegd waardoor deze te sterk afkoelt. [N 30, 34; monogr.]
II-9
|
30014 |
verzopen mortel |
te plat:
tǝ plat (P176b Bevingen)
|
Mortel waar teveel water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.]
II-9
|
31386 |
vierkante vijl |
vierkantige vijl:
vīrkęjntegǝ vęjl (P176b Bevingen)
|
Stalen vijl waarvan het blad vierkant van doorsnede is en vanaf het midden naar het uiteinde iets spits toeloopt. De vierkante vijl dient voor het vijlen van vierkante gaten, hoeken, etc. Zie ook afb. 103. [N 33, 91; N 33, 93]
II-11
|
21537 |
vijf centiem |
solletje:
(suileke?)
seleke (P176b Bevingen)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
21538 |
vijfentwintig centiem |
kwartje:
kwartsje (P176b Bevingen)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|