e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q104p plaats=Wijk

Overzicht

Gevonden: 961
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rups groene rups: eigen spellingsysteem  greunröps (Wijk), rups: eigen spellingsysteem  rups (Wijk), röps (Wijk), WLD (zoveel mogelijk)  rups (Wijk, ... ) groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)] III-4-2
sabbelen sabbelen: sabbele (Wijk) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
sacristie sacristie: sacristij (Wijk) Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)] III-3-3
sanctus sanctus (lat.): sanctus (Wijk) Het (vaste) misgezang dat op de prefatie volgt, het sanctus. [N 96B (1989)] III-3-3
sandaal paterschoen: paoterssjeun (Wijk), sandaal: sandaal (Wijk), sendaal (Wijk) sandaal [N 24 (1964)] III-1-3
sauslepel sauslepel: sàsjlepel (Wijk) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
scapulier scapulier: enne skabbeleer (Wijk), sjabbeleer (Wijk) Een scapulier of skapulier: lapjes gewijde stof, door linten of band met elkaar verbonden en (door leken) onder de kleding op borst en rug gedragen [schabbelier, sjabbeleer?]. [N 96B (1989)] || Scapulier (schouderkleed) [skabbeleer]. [N 07 (1961)] III-3-3
scapuliermedaille scapuliermedaille (<fr.): sjabbeleermedalje (Wijk) Een scapuliermedaille, de latere vervanger van het stoffen scapulier. [N 96B (1989)] III-3-3
schaal schaal: kom in glas  schaol (Wijk) schaal; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
schaalcollecte openschaalcollecte: ope sjaol collecte (Wijk) Een schaalcollecte, een collecte voor een bijzonder doeleind, waarbij met neen open schaal werd rondgegaan [schaolkollekt?]. [N 96B (1989)] III-3-3