| 26470 |
uitgesleten |
versleten:
vǝrslętǝ (P195p Gutschoven)
|
Uitgesleten, gezegd van een steenbus. [Vds 123; Jan 134; Coe 113; Grof 134]
II-3
|
| 26578 |
uithalen |
openmaken:
ǭpǝmǭkǝ (P195p Gutschoven),
uitholen:
ø̜ǝthǭǝlǝ (P195p Gutschoven)
|
Algemene benaming voor het uitkappen van de groeven van een molensteen. Zie voor meer specifieke handelingen bij het uitkappen van de groeven de lemmata ɛbreed scherpenɛ, ɛhol scherpenɛ, ɛdiep scherpenɛ enzovoorts.' [Vds 222; Jan 201; Coe 175; Grof 205]
II-3
|
| 32967 |
uitkomen |
uitkomen:
ǭǝ.tkō.mǝ (P195p Gutschoven)
|
Het boven de grond uitkomen van het gekiemde zaadkorreltje. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit S 17]
I-4
|
| 26475 |
uitlopen |
lopen:
lő̜wpǝ (P195p Gutschoven)
|
Gezegd van graankorrels die via een uitgesleten steenbus naar beneden vallen. [Grof 130]
II-3
|
| 32416 |
uitspannen |
uitspannen:
ǭǝ.tspanǝ (P195p Gutschoven)
|
Het paard losmaken van de kar of het werktuig waarin of waaraan het gespannen is. Bij het uitspannen uit een kar met berries worden de draagriem, de brede buikriem en de strengen losgemaakt. Vervolgens wordt het paard naar de stal geleid. [JG 1b, 2c; N 8, 98b; monogr.]
I-10
|
| 21133 |
uitwijken |
afzetten:
ǭf˲zętǝ (P195p Gutschoven)
|
Als de weg smal is en er komt van de tegenovergestelde zijde een kar af, dan zullen beide voertuigen moeten uitwijken. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|
| 34061 |
vaars |
vaars:
vi̯ās (P195p Gutschoven),
vīǝrš (P195p Gutschoven)
|
Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20]
I-11
|
| 33795 |
vagina, geslachtsorgaan van de merrie |
lijf:
lē̜ǝ.f (P195p Gutschoven)
|
Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40]
I-9
|
| 34489 |
van veren wisselen |
ruiven:
rou̯.vǝ (P195p Gutschoven),
rou̯vǝ (P195p Gutschoven),
rou̯ǝvǝ (P195p Gutschoven)
|
[N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.]
I-12
|
| 34297 |
varken |
varken:
vɛ.rǝkǝ (P195p Gutschoven),
vɛrkǝ (P195p Gutschoven)
|
Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s]
I-12
|