e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bromtol bromdop: broemdop (Elen, ... ), brom-dop (Holz, ... ), bromdop (Amby, ... ), bromkernel: brŏmkernèl (Keent), Slechts één en dezelfde naam.  bromkernel (Weert, ... ), Weert, Hushoven, Boshoven, Vrakker  brŏmkernel (Weert), brommer: brommer (Meerssen, ... ), Ook wel als in het Nederl. bromtol.  brommer (Vaals), brommerd: brommert (Nuth/Aalbeek), bromtol: broemtol (Schinveld), bromtol (Amby, ... ), bromtōl (Ospel, ... ), bromtôl (Arcen, ... ), broomtol (Blerick, ... ), brōmtol (Tungelroy), brōōmtôl (Horst), brŏmtol (Hunsel), brŏmtōl (America), broͅmto:l (Voerendaal, ... ), bròmtol (Gulpen, ... ), brómtol (Berg-en-Terblijt), Een definitief antwoord kan ik U niet geven, soms kokkerel, soms bromtol genoemd.  br-mtol (Voerendaal), I/II: Ander woord niet bekend.  bromtol (Vaals), met muziek  brŏŏmtol (Gennep), Ook wel als in het Nederl. bromtol.  bromtol (Vaals), Sub tol.  brómtōl (Meerlo, ... ), Van blik.  bromtol (Steyl), broomtol (Gulpen), Vroeger en nu.  bromtol (Valkenburg), Vroeger niet bekend, thans brómtol.  bromtol (Eygelshoven), Vroeger onbekend, thans gebruikt men het alg. beschaafd woord.  bromtol (Maastricht), bronkdop: [sic]  broemkdop (Hoepertingen, ... ), bruldop: bruldob (Heerlen, ... ), bruldop (Bocholtz, ... ), brulldop (Heerlen), Beide bekend onder de naam bruldop.  bruldop (Bocholtz), dok: dok (Eys, ... ), dop: dob (Stramproy), dop (Berlingen, ... ), dop, dob (Amstenrade), dŏp (Pey), doͅp (Genk, ... ), dopper: dopper (Schulen, ... ), gekleurde dop: gekleerden dop (Hoelbeek), gekleurde dop (Sint-Lambrechts-Herk), goers: [sic]  goers (Paal, ... ), gromdop: gromdob (Dorne, ... ), gromdop (Bree, ... ), houten dop: hoten dop (Sint-Lambrechts-Herk), o.təndoͅp (Bilzen), huildobbel: huuldobbel (Kerkrade, ... ), hūldŏbəl (Waubach), huildok: huuldok (Merkelbeek, ... ), huildop: (h)uuldop (Elsloo, ... ), den uuldop opzette (Sittard), huul-dob (Ulestraten), huuldob (Baexem, ... ), huuldop (Baarlo, ... ), huuldòp (Roermond, ... ), huëldob (Baarlo, ... ), huëldop (Blerick, ... ), hūl-dŏp (Pey), hūūldŏp (Grevenbicht/Papenhoven), húúldob (Herten (bij Roermond)), hüldop (Venlo), hüüldop (Wessem, ... ), u:ldop (Roosteren, ... ), uuldop (Geleen, ... ), (huilen)  huuldop (Geleen, ... ), [NB huule: huilen]  huuldop (Sittard), Afkomstig van hulen i.pl.v. brommen.  huuldop (Puth), bromtol  ūūldop (Panningen), Das Etymon (h)uuldop, das wir für Herkenbosch, Melick, Stevensweert (neben pompernel) und Halen belegen konnten, und das auf das (h)ulen: Brummen des Kreisels Bezug nimmt, hat nur örtlich diesen Inhalt. Auch slagdop (Moll neben zwiepdop), staldop Kreisel, den man stellt (Beerse neben staldjas, Arendonk), soppie, sop, soptol, jossop, jaogsop, deren sop irgendwie mit franz. sabot zusammenhängt (Dorst, Oosterhout, Waspik, Made, Hooge Zwaluwe, Breda), jaagdop (Koninksheim, Heers) sind nur örtlich belegt.  (h)uuldop (Herkenbosch, ... ), Het eigenlijke "huuldop"is i.v.m. de in het Sittards dialect zeer labiele h tot "uuldop"geworden.  uuldop (Sittard), huildop  huuldob (Geleen), I. Alleen van blik;  huuldop (Venlo), In beide gevallen.  huuldop (Haelen, ... ), liefst van palmbomen hout vervaardigd om bestand te zijn tegen treffers van andere tollen  huulldop (Nuth/Aalbeek), NB hülle: huilen, loeien.  hüldop (Kerkrade), Opm. = bromtol.  huuldop (Beegden), vgl. pag. 439: Bromtol.  den uuldop opzëtte (Sittard), vgl. pag. 46: bromtol, niet gebr.; z. huuldop*.  hūūldop (Roermond), huiledop: huulendop (Guttecoven), ulendop (Geistingen), [sic]  ulendob (Kessenich, ... ), ulendop (Ophoven), ulledop (Elen), huiltol: huul[tôl} (Lottum, ... ), huultol (Bergen, ... ), ijsdok: iesdok (Bemelen, ... ), ijsdop: iesdop (Eksel), izdob (Kinrooi, ... ), ɛ.isdoͅp (Peer), jaagdop: ja:chdoͅp (Borgloon), jaagsdop: [sic]  joͅ:zdup (Tongeren, ... ), kokkerel: kokkerel (Vlijtingen, ... ), sjoene groete kokkerel (Maastricht), Een definitief antwoord kan ik U niet geven, soms kokkerel, soms bromtol genoemd.  kokkərel (Voerendaal), kokkerellen: kŏŏkkerelle (Baexem), molen: meule (Guttecoven), muziekdop: meziekdob (Geleen), meziekdobbe (Neeroeteren), meziekdop (Gotem, ... ), mezîekdop (Hoelbeek), mizi.kdop (Borgloon), mizi.kdoͅp (Borgloon), muziekdop (Borlo, ... ), myziekdo.p (Gutshoven), myzikdoͅp (Sint-Truiden), məzeikdop (Hasselt, ... ), məzi.kdoͅp (Kuttekoven, ... ), məzi.kd|p (Kuttekoven), məzi:kdoͅp (Bilzen, ... ), məzi:kdup (Diepenbeek), məziekdop (Kozen, ... ), məzikdob (Niel-bij-St.-Truiden, ... ), nuziekdop (Wijer, ... ), Ss. sub muziek.  mezej.kdop (Hasselt), Ss. sub muziek. Z. ook o. tol.  mezīē.kdóp (Zonhoven), Syn. roenkdop.  meziekdop (Diepenbeek), vrij jong  myzi:kdup (Tongeren), oesdop?: [sic]  oesdop (Neerrepen), paddenstoel: paddesjtool (Brunssum), peeldok: peildok (Merkelbeek), ronkdop: roenkdop (Sint-Truiden), ronkdob (Mechelen-Bovelingen), roonkdop (Heers), roŋkdop (Sint-Truiden, ... ), runkdoͅp (Sint-Truiden), ruŋdoͅp (Sint-Truiden), ruŋkdop (Wellen), ruŋkdoͅp (Wellen), ruŋkdup (Sint-Truiden, ... ), rò.nkdóp (Zolder), -ne roenkdop (een bromtol) -haklante (bepaald spel waarbij men met een zakmes in de aarde gooit en zich een "stuk land"afsnijdt) -piëdsje raaje (paardje rijden, op de schoot; hierbij zong men: "Hottotdieze, de molder raajdt noë Bieze, de koekke zin gebak  roenkdop (Bilzen), Roonke = brummen.  roonkdop (Heers), Syn. meziekdop.  roenkdop (Diepenbeek), ruisdop: [sic]  roësdoͅp (Heers), slaagdop: slaagdop (Stein), tol: tol (Bergen), zingdop: zengdop (Vechmaal), zi:ngdop (Bocholt), zingdob (Neerglabbeek), zingdop (Bocholt, ... ), ziŋdoͅb (Opglabbeek), ziŋdoͅp (Gellik, ... ), ziŋkdoͅp (Opgrimbie), zèŋdoͅp (Meeswijk), [Met afbeelding].  zingdop (Kaulille), zèngdop (Hoeselt), Zingdop: zing (stam van zingen - klanknabootsend) + dop (tol).  zîŋdoͅp (Meeuwen), zingende dop: zingende dop (Genk), zingtol: ziŋtul (Kanne), zoemer: zoemer (Geleen), zoemkernel: zoemkernèl (Keent), Weert, Hushoven, Boshoven, Vrakker  zŏĕmkernel (Weert), {z. toel.}: alleen in blik  / (Bocholt), Deze tol niet bekend.  / (Maasbracht), Geen bijzondere naam.  / (Merkelbeek), Geine naam (weurt hie neet gemaak).  / (Berg-en-Terblijt), Hier niet bekend.  / (Tungelroy), Komt niet voor.  / (Roggel), Niet bekend.  / (Roermond), Nooit gehoord.  / (Venlo), Nooit gezien.  / (Maasbracht, ... ), Van hout bestaan ze hier niet.  / (Gulpen), Van hout onbekend.  / (Steyl) (Blikken) bromtol. || *Muziektol, bromtol. || [Bromtol]. || Al dansende draaien, gezegd van een tol [schrankelen, hekelen, denderen, leuteren]. [N 88 (1982)] || Bromtol (kinderspeelgoed). || Bromtol met een dakje bovenaan. || Bromtol. || Draaitol die bij het draaien een zoemend geluid produceert. || Draaitol, bromtol. || Draaitol. || drijftol [SGV (1914)] || een tol op de hand laten draaien [scheppen, deinderen] [N 88 (1982)] || Een tol op de hand laten draaien [scheppen, deinderen]. [N 88 (1982)] || Hoe noemde men een dergelijk stuk speelgoed, vroeger wel in sommige streken bekend, dat met behulp van een touw en een houten sleutel in beweging werd gebracht? [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt, als deze van blik en bontgekleurd is? [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt, als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. I. als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [DC 24 (1953)], [DC 24 (1953)] || Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. II. als deze van blik en bontgekleurd is? [DC 24 (1953)], [DC 24 (1953)] || Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [DC 24 (1953)] || Huuldop*: bromtol. || Kreisel (Peitschkreisel). || Muziekdoos, speeldoos. || Muziekdraaitol. || Muziektol. || Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)] || tol (speeltuig) [SGV (1914)] || Tol. || Tol: 2. [...] bromtol. || Wetenswaardigheden. [SND (2006)] || Wurfkreisel. || Zingdop: Bromtol. || Zingdop: tol (speelgoed). III-3-2